Familie Miserus-van Berkel in Thailand
Voor ’t eerst samen naar Azië
Eindelijk. Het is zover… Bepakt en bezakt (met voor ons doen véél minder spullen dan andere jaren nu Yzze ook al een “groot meisje” is) staan we om 8.45u. op Düsseldorf Airport. Een goede dertig minuten later hebben we ingecheckt, de bagage ingeleverd en zijn we door de douane heen. Dat ging lekker snel! We beginnen dus relaxed aan onze eerste vlucht naar Abu Dhabi. De kinderen kijken volop filmpjes en worden door de stewardessen vermaakt met allerlei kleine presentjes. Wat een service! Voor we het weten zijn de eerste zes uur vliegen voorbij en kunnen we even de benen strekken. Het vliegveld van Abu Dhabi is groot, druk en benauwd. Maar er is wel een speeltuintje! Dat maakt uiteraard veel goed. Een paar uur later is het tijd voor het tweede en laatste deel van de heenreis: de vlucht naar Bangkok. Quinn valt al snel slaap, maar Yzze heeft letterlijk moeite om haar draai te vinden. Ze besluit uiteindelijk dat ze maar beter op een dekentje op de grond voor onze voeten kan gaan liggen. Plek genoeg, want we zitten vooraan. Helaas mag dat niet van de stewardess, waardoor ze mopperend weer op haar stoel gaat zitten. Het duurt vervolgens nog een tijdje voordat ze slaapt, waardoor ze uiteindelijk een kort nachtje heeft (en wij ook!).
Wachten
Vroeg in de ochtend komen we aan in Bangkok. Het gaat hier op het vliegveld een stuk minder snel dan in Duitsland, waardoor we uiteindelijk pas ruim anderhalf uur na aankomst onze bagage terug hebben en door de douane heen zijn. Uiteraard moeten er allerlei formulieren ingevuld worden, die vervolgens ongezien op een grote stapel belanden. De douanebeambten zijn niet de meest vriendelijke mensen en we worden niet heel netjes behandeld, maar we hebben het vermoeden dat we maar beter wèl heel vriendelijk kunnen blijven tegen hen om niet in de problemen te komen! Felicia houdt dus wijselijk haar mond, al kost het haar moeite… Eenmaal in de aankomsthal is degene die ons zou moeten komen ophalen nergens te bekennen. Die denkt waarschijnlijk dat we onze vlucht gemist hebben, aangezien het zo lang duurde… Net als we de contactgegevens van de lokale reisorganisatie hebben opgezocht om te vragen hoe het zit, zien we hem plotseling ergens in een hoekje opduiken. Zijn presentje voor de kinderen maakt het wachten meteen goed: hij heeft als verrassing voor Quinn en Yzze een grijze respectievelijk roze olifantenknuffel meegenomen! We kunnen gaan.
Druk!
Hoewel we onder andere van onze reis naar Nepal wel een en ander gewend waren, verbazen we ons enigszins over de rijstijl van de gemiddelde Thai en de drukte op de wegen. Wat een mensen en wat een verkeer… Met name de honderden brommertjes, die gevaarlijke capriolen uithalen tussen de file rijdende auto’s, vallen op. Uiteindelijk zijn we nog een uur onderweg voordat we het Anantara Sathorn Hotel bereiken. Wat is het mooi en wat een rust hierbinnen na de hectiek van de stad! Onder het genot van een welkomstdrankje (zwarte limoensiroop) wachten we in de grote zachte zetels nog even tot onze kamer klaar is. Ze hebben hier pannenkoeken met ijs op de kaart staan: dat gaat er bij de kinderen wel in na zo’n lange reis! Wijzelf bestellen onze eerste Thaise maaltijd: garnalenloempia’s en gebakken buikspek met heerlijke sausjes. Laat de vakantie maar beginnen!
Lekker spetteren
Bij vakantie hoort natuurlijk ook waterpret: na de aanblik van het 32 meter lange zwembad vanuit onze kamer op de 12de verdieping, zijn Quinn en Yzze niet meer te houden. Nog even een paar uurtjes bijslapen in een echt bed zit er dus niet in, met als gevolg dat we aan het eind van de middag allemaal eigenlijk te moe zijn om nog een stap te zetten. Ons diner bestaat daarom slechts uit een op de hoek gehaald broodje met wat drinken, en snel daarna liggen we allemaal heerlijk te slapen.
Een goede voorbereiding…
Na een nacht van ruim 13 uur bijslapen worden we alle vier ongeveer tegelijk wakker. We besluiten met een boot de stad te gaan verkennen, zodat we daarna een beetje weten waar we moeten zijn in deze enorme metropool van 30 miljoen inwoners! We proberen wat informatie in te winnen bij de receptie van het hotel, maar die verwijzen ons natuurlijk naar hun eigen tourdesk waar we tegen (veel te) hoge prijzen groepsexcursies naar de belangrijkste bezienswaardigheden kunnen boeken. Dat zien we niet zitten: we willen zelf op ontdekking! We blijken meer te hebben aan de portier die buiten voor ons een taxi belt: in de korte tijd dat we daarop wachten, worden we een stuk wijzer. Zo ontdekken we bijvoorbeeld dat de drijvende markt en de beroemde “Railway Market” helemaal niet in het centrum van Bangkok te vinden zijn, maar dat we er zo’n anderhalf uur voor moeten rijden! Misschien hebben we ons door de drukke weken voor ons vertrek toch niet goed genoeg voorbereid…
Taxi
De aardige taxichauffeur bij wie we uiteindelijk in de auto zitten, vertelt ons vervolgens nog dat je de markt bovendien alleen in de ochtend kan bezoeken. Dat is een tegenvaller, aangezien de komende 2 ochtenden in Bangkok al gereserveerd zijn voor de fietstocht en de tour door de sloppenwijk. Na dit gegeven kort op ons te hebben laten inwerken, besluiten we onze plannen volledig om te gooien. We gaan gewoon NU naar deze “must sees”! Uiteraard is de taxichauffeur “more than happy” dat hij ons hier voor een leuk prijsje (voor ons een klein prijsje) heen mag brengen, en wordt hij à la minute omgedoopt tot onze privéchauffeur voor vandaag. Aangezien hij leuk gezelschap is, vinden we het helemaal niet erg om een dagje met hem door te brengen. Quinn moet even slikken als hij hoort dat we geen half uur maar anderhalf uur in de auto moeten zitten, maar al snel ziet hij op een flyer dat we ook nog naar een Tiger Zoo zouden kunnen waar hij tijgers mag aaien en de fles mag geven. Aangezien dat in de buurt van de drijvende markt is, lijkt hem dat wel wat! De volgende teleurstelling volgt als hij van ons hoort dat we daar niet naartoe gaan, want wilde dieren aaien is niet zoals de natuur het heeft bedoeld! We vertellen hem dat de tijgers gedrogeerd worden om rustig te blijven. Zijn teleurstelling slaat om in verontwaardiging, en hij besluit meteen een brief te schrijven naar de mensen van de Tiger Zoo om te zeggen dat ze daarmee moeten stoppen! Zo eindigt het zoveelste deel van de mini-cursus “Omgaan met teleurstellingen” toch nog in iets positiefs!
Drijvende markt
Aangekomen bij de drijvende markt worden we uiteraard héél flink afgezet met veel te dure tickets voor de boot… Nog bleu als we hier in Thailand zijn, proberen we niet eens af te dingen. De genoemde prijs staat nu eenmaal op de tickets vermeld, dus zal het wel echt kloppen… Dom, maar ja. Weer wat geleerd! Het eerste deel van de tocht gaat vooral langs commerciële kraampjes die allemaal hetzelfde verkopen en ook allemaal via de kinderen proberen om hun waren aan ons te slijten. Yzze snapt er niks van: alles wat haar toegestoken wordt, mag ze niet eens pakken van ons! De boot scheurt tot groot plezier van Quinn en Yzze een aantal keer loeihard door de smalle beekjes, waardoor Quinn er 100% van overtuigd is dat het een speedboot is in plaats van een longtailboot. Wat een lol! Eenmaal aangekomen bij de èchte drijvende markt, kijken we onze ogen uit. Het is een komen en gaan van bootjes met daarop de heerlijkste etenswaren! Vanuit de boot kun je ook stoppen bij kleine restaurantjes aan het water, die het eten vervolgens in je bootje serveren. Hoewel het er allemaal erg lekker uitziet, hebben we onze buiken nog vol van het uitgebreide ontbijt en laten we de lekkernijen aan ons voorbij gaan. Na de boottocht moeten we meelopen naar een ander plekje, waar we als “whiteheads” (zoals we genoemd worden) voor we het weten belanden op de rug van een olifant. De kinderen vinden het geweldig, maar wij hebben zo onze bedenkingen bij deze commerciële en absoluut ook dieronvriendelijke activiteit… Dat we dit er “gratis” bij krijgen, bewijst maar weer dat we ècht veel te veel betaald hebben voor de drijvende markt.
Railway Market
Laatste stop op de route wordt de “Railway Market”. De beelden van de trein die rakelings langs de marktkraampjes dendert, hebben we al vaak voorbij zien komen op Facebook en YouTube. We hadden echter niet bedacht dat we dit ook “live” zouden kunnen meemaken! Duidelijk wéér een gevalletje van matige voorbereiding… ? Vijf minuten voordat de trein langs zal komen, bereiken we de plaats van bestemming. Dat wordt rennen! Gelukkig zijn we nog op tijd om te zien hoe de kooplieden na het eerste fluitsignaal zo snel als ze kunnen hun handelswaar in veiligheid brengen en de zeilen van hun kraampjes opbergen. Ze weten precies tot waar de trein zal komen, dus ze halen niet meer weg dan hoogst noodzakelijk is! Enkele minuten later komt de trein luid toeterend langs, want al die gekke toeristen blijven ondanks de waarschuwingen van de locals tot op het laatste moment op de rails staan om mooi beeldmateriaal mee naar huis te kunnen nemen…
Stank…
Inmiddels hebben we wel een beetje honger gekregen. Op aanraden van de chauffeur kopen we op de markt de vrucht die ze hier “durian” oftewel “King Fruit” noemen. De apen en olifanten durven deze vrucht niet te eten, omdat er zo veel stekels aan de buitenkant zitten. De locals eten ‘m alleen bij speciale gelegenheden, omdat ‘ie zo duur is. We zijn benieuwd! De grote vrucht wordt met zorg voor ons gewogen en in stukken gehakt, waardoor het binnenste deel zichtbaar wordt. Dat is het deel wat gegeten kan worden. Het koninklijke fruit heeft waarschijnlijk al de hele dag in de zon gelegen, waardoor de lauwwarme weeïg zoete inhoud voor westerse begrippen klef en melig smaakt. En de geur…. Het stinkt echt vreselijk, wat de chauffeur hevig knikkend beaamt. Yzze waagt zich niet eens aan een hapje. Quinn probeert zijn deel stiekem onder het zeil van de tafel uit te spugen, omdat hij gelukkig wel begrijpt dat het een grote belediging voor de Thai zou zijn om dat in het openbaar te doen. Wij stamelen beleefd: “Vèèèry nice!”, en nemen nog maar een stukje… De chauffeur wil niet proeven (naar eigen zeggen omdat hij kiespijn heeft), maar onder het mom “We krijgen dit zelf nooit op!” gaat hij gretig op ons aanbod in om de rest dan aan zijn vrouw en kind te geven. Gelukkig kunnen we er toch nog iemand een plezier mee doen!
I want to ride my bicycle…
In de taxi terug naar Bangkok vallen de kinderen als een blok in slaap na zoveel belevenissen! Eenmaal weer in de drukke hoofdstad gaan we op zoek naar een eettentje. Quinn en Yzze zijn nog niet helemaal gewend aan de eetstalletjes op straat met de meest exotische gerechten, en door de vermoeidheid kunnen we ze ook niet verleiden om wat te proeven. Uiteindelijk komen we terecht bij Terminal 21, een mega groot winkelparadijs waar je minstens een dag zou kunnen doorbrengen (maar dat gaan we natuurlijk niet doen!). Wauw, zoveel roltrappen hebben we nog nooit bij elkaar gezien! Onderin het gebouw huisvest een eveneens enorme “foodcourt”: een plek waar we zonder kinderen nooit terecht waren gekomen, maar die nu wel even uitkomst biedt. Er wordt enthousiast gegeten van de soep, de rijst (met stokjes!), de garnalen en de kip. We moeten toegeven: zelfs hier smaakt het eten heerlijk! Na lang zoeken vinden we een taxichauffeur die ons, weliswaar de hele weg mopperend en bedelend om meer geld dan waarvoor hij de rit in eerste instantie had aangenomen, terug naar het hotel wil brengen. Want: “Too far away, traffic jam, you know…”. Yes, we know. Alsof er hier ooit géén file staat!
Terminal 21
Terwijl de kinderen ons normaal gesproken véél te vroeg wakker maken, zijn de rollen vanochtend omgekeerd. Om half 8 zal de taxi voor de deur staan, die ons naar het vertrekpunt van de fietstocht door Bangkok zal brengen. Om nog enigszins relaxed te kunnen genieten van het ontzettend uitgebreide ontbijtbuffet van het hotel, maken we de kids om 6.45u. wakker. Nog slaapdronken werkt Yzze een pannenkoekje en een glaasje melk naar binnen, terwijl Quinn drie keer terug naar het buffet loopt om zijn bordje vol te laden met ananas, brie en uiteraard ook pannenkoeken! Ach ja, het is vakantie… Met een iets te snel volgegeten maag stappen we stipt op tijd de taxi in. Uiteraard is er weer een “traffic jam”, waar zelfs de altijd zo rustige Thai even van moeten zuchten… Aangekomen bij het fietsverhuurbedrijf worden we hartelijk begroet door onze vrouwelijke gids Fluke, die Yzze meteen van de grond grist om te knuffelen en haar vervolgens niet meer loslaat totdat ze bij Felicia achterop in een ruime fietsstoel zit! Ondertussen heeft Quinn een coole blauwe mountainbike uitgezocht. Nadat hij aan de baas van het bedrijf gedemonstreerd heeft dat hij ècht wel weet hoe hij moet remmen, mogen we vertrekken! Het eerste stuk van de route zweten we wat af… Niet per se omdat het zo warm is, maar door het drukke verkeer dat aan alle kanten langs ons heen raast. Aangezien de Thai het zoals gezegd niet zo nauw nemen met de verkeersregels, is het oppassen geblazen! Gelukkig houdt de gids alles goed in de gaten en concentreert Quinn zich uit alle macht, waardoor we sneller dan het lijkt zonder kleerscheuren het rustigere deel van de route bereiken.
80 oogjes
Na een kwartiertje fietsen we een sloppenwijk in. Quinn kan bijna niet geloven dat hier echt mensen wonen. Dat zou hij toch liever niet willen… Iedereen groet ons vriendelijk met “sawatdee khrap” (de mannen) en “sawatdee kha” (de vrouwen). We stoppen bij een kinderdagverblijf waar minstens 40 kinderen braaf hun uit het hoofd geleerde riedeltje voor ons opdreunen: “Good morning, how are you?”, gevolgd door een liedje wat zo te zien de Thaise equivalent van “hoofd-schouders-knie-en-teen” is. Nadat Yzze ietwat verlegen door de 80 oogjes die haar aanstaren een poging heeft gedaan om mee te dansen, vervolgen we onze tocht. Dat is af en toe nog een behoorlijke uitdaging: steegjes waar de fiets nauwelijks doorheen past, weggetjes afgezet met paaltjes waar de fiets overheen getild moet worden, of paadjes zo steil dat we de fiets met z’n tweeën omhoog moeten duwen. Volop avontuur dus! Aangekomen bij de pier waarvandaan een bootje ons naar de overkant gaat brengen, rusten we even uit. Ondanks dat de zon niet achter de wolken vandaan komt, is het flink warm. De fietsen worden samen met ons op een longtailboot geladen en na een kort tochtje bereiken we de overkant van de Chao Phraya rivier. We gaan de jungle in! Al snel spotten we het eerste “wild”: een varaan die in het water verkoeling zoekt. Verder zitten er vooral veel vissen in het water, die slechts wild worden van een paar handjes vissenvoer. Binnen no time zijn alle korreltjes verdwenen! Over smal aangelegde paadjes fietsen we verder. Quinn trapt er enthousiast op los. Aan weerszijden liggen anderhalve meter lager flinke modderpoelen… Op zich geen ramp als Quinn daar in zou vallen, maar prettig is anders! Soms doen we gewoon maar even onze ogen dicht en hopen we dat het goed gaat… En dat gaat het! De vele Boeddha’s die we tegen komen zijn ons blijkbaar gunstig gezind. Zeker nadat we op één van hen bladgoud mogen plakken! Doe je dit op het hoofd, dan krijg je meer hersenen. Op de mond raak je welbespraakter. Quinn en Yzze reiken met hun korte armen niet verder dan het linker been van de Boeddha. We zijn benieuwd wat voor krachten ze hierdoor zullen ontwikkelen! ?
Teletubbies
Tijdens onze lunch, een heerlijke Pad Thai, is het gaan regenen. In felgekleurde poncho’s fietsen we verder. Toen we nog in het restaurant waren, regende het uiteraard harder dan nu we er uit zien als Teletubbies… Al snel voelen we ons zo plakkerig dat de regenkleding weer in de tas verdwijnt. We fietsen nog een stuk verder over goed geasfalteerde en rustige wegen met zowaar aan beide zijden een echt fietspad. Ondertussen is Yzze zo gek geworden op gids Fluke dat ze vraagt of ze bij haar mag logeren! Het afscheid nemen aan het eind van de tocht valt beiden dan ook zwaar… Maar we hebben genoten!
Wat Arun
Na een korte opfrisbeurt en iPad break in het hotel is het de hoogste tijd om wat van het èchte centrum van Bangkok te gaan zien, aangezien we daar met de fietstocht niet gekomen zijn. We besluiten ons met de taxi af te laten zetten bij Wat Arun, een beroemde tempel aan het water. Tot onze verrassing treffen we dezelfde leuke chauffeur die ons gisteren ook naar de drijvende markt heeft gebracht. Wat een toeval! Ondanks de luchtverfrisser is de geur van het King Fruit nog steeds vrij penetrant aanwezig in zijn auto… Dat mag de pret echter niet drukken! Behendig laveert hij ons door het wederom (of: nog steeds) drukke verkeer. Aangekomen bij de tempel blijken wij geen kleine biljetten te hebben om de taxichauffeur te betalen, en omgekeerd heeft hij onvoldoende verdiend vandaag om ons het gewenste bedrag terug te kunnen geven. Hij biedt de rit daarom gratis aan ons aan. Daar gaan we natuurlijk niet mee akkoord: dan maar gewoon een flinke fooi! Eenmaal aangekomen bij de tempel blijken we volgens het kritische oog van de Thaise mevrouw aan de kassa netjes genoeg gekleed te zijn om binnen te mogen: er zijn geen blote schouders en blote knieën te zien, behalve dan bij Yzze (die een mouwloos jurkje aan heeft). We knopen haar een dunne sjaal om, maar de Thai beginnen meteen te roepen: “No need for child, it’s too hot! But thank you!” Yzze is echter veel te trots op haar sjaal met sterretjes om ‘m nog af te doen, en parmantig stapt ze rond. Onze kinderen zijn hier in Thailand een grote attractie met hun blanke huid en blonde (krul)haren: iedereen wil ze even aanraken. Yzze vindt deze aandacht zoals gewoonlijk prachtig, maar Quinn moet duidelijk wennen aan al die vreemde vingers aan zijn lijf… In de serene omgeving wandelen we rustig rond en kijken naar het vele moois. Vervolgens steken we met de pont de rivier over (met z’n vieren voor omgerekend 18 Eurocent!) om naar de liggende Boeddha in Wat Poh te gaan kijken. Wat is ‘ie groot!! En helemaal van goud… Het onderste deel wordt gerestaureerd en is daarom bedekt met doeken. “Is dat omdat we d’r spleetje niet mogen zien ofzo?!”, vraagt Quinn verbaasd. Aan de achterkant van de Boeddha staan 108 bronzen potten waar de locals muntjes in doen voor welzijn en voorspoed. Uiteraard kunnen de toeristen ook een bakje met muntjes kopen. Quinn en Yzze doen hard hun best om in alle potten 1 muntje te laten verdwijnen, hetgeen Quinn iets beter lukt dan Yzze: aan het eind van het geld zijn er bij haar nog wat potten over! Uiteraard mogen ze vervolgens ook een wens doen. Yzze wenst zonder aarzelen een roze stuiterbal. En Quinn…? Die vertelt het natuurlijk niet, want anders komt zijn wens niet uit!
Khao San Road
Vanuit het tempelcomplex besluiten we lopend naar Khao San Road te gaan, een drukke straat in het centrum met talloze eettentjes. Het blijkt alleen toch iets verder te zijn dan we denken…. Quinn stelt voor om eens een keer de TukTuk te nemen. Goed idee! Dankzij de onderhandelingskwaliteiten van Felicia zijn we ongeveer vijf keer goedkoper uit dan de prijs die Robbert-Jan er voor had willen geven, en we gaan zowaar ook nog zonder omzwervingen op ons doel af. We genieten van het ritje in het open wagentje. Voor we het weten zijn we er al. We belanden in een hele andere wereld: in de door neon verlichte straat banen we ons een weg door de mensenmassa, omringd door eetstalletjes waar ze schorpioenen verkopen en straatventers die de kinderen allerlei prullaria aan willen smeren. Boven ons pakken donkere wolken zich ondertussen samen en de locals beginnen hun handelswaar af te dekken met zeil. Dit had voor ons het signaal moeten zijn om zo snel als mogelijk een restaurantje op te zoeken, maar uiteraard willen we (eigenwijs als we zijn) toch echt dat ene leuke restaurantje uit de reisgids hebben. En dat waren we nog niet tegengekomen… Eigen schuld dus dat we vervolgens in alle haast moeten schuilen onder een afdakje, omringd door een handjevol andere toeristen maar met name Thai die hun hele hebben en houwen proberen te beschermen tegen de stortvloed aan water die uit de hemel komt gevallen. We hadden niet zo ver hoeven te rijden om een drijvende markt te zien! ? De kooplieden die net nog rondliepen met spinners, lampjes en armbandjes, hebben hun handelswaar snel ingeruild voor paraplu’s en poncho’s, die ze met veel winst proberen te slijten aan de slecht voorbereide toeristen. Ondanks dat wij dit keer wèl voorbereid zijn en onze poncho’s en paraplu bij ons hebben, besluiten we nog even te blijven staan om alle hectiek om ons heen te bekijken. We ontdekken dat het restaurant waar we naar op zoek waren schuin aan de overkant van de straat zit. Gaan we het er op wagen…? Nadat Quinn tot zijn vreugde en tot Felicia’s afgrijzen een rat spot op nog geen dertig centimeter van ons vandaan, is de keuze gemaakt: we gaan rennen!
Ladyboy
Dampend en hijgend komen we dan eindelijk waar we wilden zijn, en kunnen we plaatsnemen aan het laatste vrije tafeltje. Omringd door met name backpackers voelen we ons ineens best oud en niet helemaal op onze plek, waardoor we in eerste instantie besluiten om alleen een drankje hier te drinken totdat de bui over is. Niemand lijkt zich echter aan ons te storen. Sterker nog: de kinderen krijgen volop positieve aandacht. De sfeer is relaxed en de muziek staat bovendien zo hard dat het uitbundige gezang van Yzze niet te horen is. Dat is dan weer een voordeel! Toch ook maar een hapje eten hier dus, want het ziet er heerlijk uit. Een vrouw die eerder nog een man was komt al snel onze bestelling opnemen, en tijdens het wachten besluiten we een spelletje Uno te spelen met z’n allen. Lekker ongedwongen! Als we klaar zijn met eten, is het gelukkig ook nagenoeg opgehouden met regenen. Onder het genot van een ijsje nemen we nog even de dag door. Ondertussen stopt Yzze steeds haar handen in haar mond, terwijl we in Nederland al hadden uitgelegd waarom je dat hier beter niet kan doen. Verontwaardigd kijkt ze ons aan: “We zijn helemaal niet in Bangkok! We zijn in de ijsjeswinkel!
Klong Toey
Na wederom een heerlijk ontbijt vertrekken we vandaag iets minder vroeg. We gaan op weg naar Klong Toey, de grootste sloppenwijk van Bangkok. Hier is het kantoortje van de Duang Prateep Foundation gevestigd, die zich inzet voor het verbeteren van de levens- en onderwijsstandaard van de minderbedeelden in de Thaise samenleving. Onder leiding van een gids maken we een wandeling door een deel van Bangkok waar je als “normale” toerist nooit zal komen. Wat een armoede… Ook al zien we het met eigen ogen: het is haast onvoorstelbaar dat hier echt mensen wonen en leven. Werkelijk óveral waar we kijken ligt afval en de stank is ondragelijk. De “huisjes” (als je een paar tegen elkaar aan getimmerde houten planken met een plastic of golfplaten dak zo mag noemen) bestaan uit slechts 1 kamer, waar de hele familie samen in leeft en slaapt. De “kookvoorziening” is buiten. Een koelkast hebben ze niet, waardoor het eten gewoon in de warmte tussen de uitlaatgassen en het ongedierte wordt bewaard. Van hygiëne hebben ze hier duidelijk nog nooit gehoord… Wat een werk is hier nog te doen voor de stichting, al hebben ze ook al heel erg veel bereikt: inmiddels gaat een groot deel van de kinderen uit de sloppenwijk naar school vanaf de leeftijd van 2,5 jaar. We mogen een kijkje nemen bij de dagelijkse gang van zaken daar, en komen tijdens de Engelse les binnen. Spelenderwijs wordt de kleintjes door middel van Engelstalige liedjes geleerd hoe ze in het Engels moeten zeggen hoe ze heten, en ook het liedje “hoofd-schouders-knie-en-teen” mag natuurlijk niet ontbreken. Yzze danst dit keer al snel met de kindjes mee, al is het een beetje aarzelend: ze zien er allemaal namelijk wel heel anders uit dan zij! Quinn voelt zich duidelijk te oud en te stoer om tussen dit kleine grut een dansje te gaan doen, maar vanuit een hoekje van de ruimte doet hij stiekem toch mee! We vervolgen onze weg door de school. Het contrast met de wereld buiten de schoolmuren is groot: alles is schoon en netjes onderhouden, de kinderen spelen volop met houten speelgoed en er is een moestuintje waar ze leren om groente en fruit te verbouwen en hoe ze dit vervolgens moeten klaarmaken als maaltijd. Ook krijgen ze les in handen en kleding wassen. Dit alles in de hoop dat ze een betere toekomst gaan krijgen dan hun ouders in de sloppenwijk. Dankbaar en belangrijk werk!
Bootje varen
Na even uitgerust te hebben in het hotel, besluiten we in de middag alsnog de eerder geplande boottocht te gaan doen. We nemen de Skytrain vlak bij ons hotel naar de Sathorn Pier, waarvandaan de boot noordwaarts de Chao Phraya rivier opvaart. We komen langs allerlei bezienswaardigheden, om uiteindelijk weer uit te komen midden in het toeristische stuk van Bangkok: de straten rondom Khao San Road. Alweer wordt de lucht donkergrijs nu we hier in de buurt komen. Zou dat een teken zijn…? We haasten ons door de smalle straatjes en zien uiteindelijk een bord met “Shortcut to Khao San Road”. Gezien de naderende regenbui moeten we die hebben! Door smalle steegjes spoeden we ons richting de hoofdweg, terwijl hard blaffende honden ons ondertussen plotseling schrik aanjagen. Aan het eind van het steegje is alleen een trap omhoog: die besluiten we te nemen, en staan vervolgens midden in een cafeetje! Dat was blijkbaar de bedoeling, want er hangt keurig een bordje met een pijl: “For Khao San Road, go that way downstairs”. En ja hoor, daar zijn we dan.
Spinner
De eerste druppels beginnen te vallen… Quinn is echter niet van plan om ergens naar binnen te gaan. Gisteren had hij namelijk vlak voor de regen losbarstte een man gezien die hele gave ijzeren spinners verkocht, en daar wilde hij wel voor gaan afdingen! Die stortbui gooide echter flink roet in het eten… Vandaag staat voor hem dus een nieuwe poging op het programma, regen of geen regen! Hij laat zich niet tegenhouden en gaat recht op zijn doel af, met Robbert-Jan plus paraplu in zijn kielzog. Felicia heeft ondertussen met Yzze wijselijk wèl een droog plekje opgezocht. Niet lang daarna sluiten Quinn en Robbert-Jan zich alsnog bij hen aan. Quinn’s onderhandelingen hebben hun vruchten afgeworpen: de buit is binnen! Hij kan rustig gaan zitten. Het Thaise eten smaakt hem inmiddels goed en hij eet naast zijn eigen bord ook het halve bord van ons leeg. Yzze slurpt wat aan haar ananassap en met een ijsje in het vooruitzicht is ze, omdat het van ons per se moet, wel bereid om een paar happen Pad Thai en rijst met ananas naar binnen te werken. Gelukkig heeft ze de nodige reserves en zal ze van de honger niet omkomen!
River Kwai
Vakantie lijkt het even niet te zijn als om 5.30u. de wekker gaat… Kleren aan, uitchecken en de bus in voor de 3 uur durende rit naar de regio Kanchanaburi, waar we zullen verblijven in het River Kwai Resotel. Onderweg smullen we uit de ontbijttassen die ons door het hotel zijn meegegeven. We maken een stop bij het oorlogsmuseum en de begraafplaats van de geallieerde krijgsgevangenen, waar ook een heel aantal Nederlanders begraven zijn. Uiteraard ontbreekt een bezoek aan de beroemde brug over de River Kwai niet. Het is er afgeladen vol met Thaise scholieren, waardoor we stapje voor stapje over de spoorlijn lopen. Ondanks dat er door de drukte weinig van de brug te zien is, vinden we het toch bijzonder om dit stuk historie een keer in het echt te kunnen bekijken.
Gierende banden
Na nog een klein uurtje rijden worden we enthousiast begroet door gids Bobo van het Resotel. Met z’n vieren worden we inclusief bagage achterin een soort pick-up truck geladen en met gierende banden vertrekken we richting de aanlegsteiger waar de boot naar het hotel gaat vertrekken. De maximumsnelheid van 50 km./uur wordt flink genegeerd en de wind waait woest door onze haren. Quinn en Yzze hebben uiteraard weer de grootste lol! Gelukkig denken kinderen nog niet na over gevaar… Daar nemen wij als volwassenen nu maar even een voorbeeld aan, voor onze eigen gemoedsrust!
Wat een rust!
Het tochtje met de boot dat volgt op de wilde autorit is prachtig: geweldige natuur en hoge bergen strekken zich voor ons uit. We maken Quinn wijs dat er piranha’s en krokodillen in het water zitten, zodat hij zijn handen niet uit durft te steken om ons nat te spetteren. Al snel komen we aan bij de plek waar we twee nachten zullen verblijven. We voelen ons meteen helemaal thuis in de atmosfeer van de jungle: de geluiden, de geur… Hier waren we aan toe na de hectiek en de uitlaatgassen van Bangkok! We worden verwend met een heerlijke Thaise lunch: zelfs Yzze smult mee. De door het vriendelijke personeel later nog gebrachte friet wordt nauwelijks aangeraakt, zo lekker vinden ze het lokale voedsel. Dat is een dik compliment waard! De middag gebruiken we verder om lekker te relaxen bij het zwembad en de omgeving van het hotel te verkennen. Aan diertjes ontbreekt het hier natuurlijk niet, tot grote vreugde van Quinn. Onze bioloog in spe kan maar niet stoppen met roepen wat hij allemaal ziet. Terwijl wij na de twintigste gekko wel een beetje uitgekeken raken, gaat zijn enthousiasme onverminderd door. Een normaal gesprek voeren lukt haast niet meer, want om de vijf seconden ziet hij weer iets anders wat zijn aandacht trekt. Kortom: hij vermaakt zich hier wel!
Mon
Na het diner worden we uitgenodigd om te gaan kijken bij een traditionele Thaise dansshow van de Mon, een Birmese stam die de grens naar Thailand is overgegaan en nu in dit gebied gevestigd is. Van veraf klinkt de muziek al. Gezien de geluiden die we horen, veronderstellen we dat het orkest nog aan het inspelen is. Als de show eenmaal begint, horen we echter weinig verschil met eerder. Iedereen lijkt z’n eigen ding te doen zonder op de ander te letten, wat leidt tot een ware kakafonie. De Josti-band is er niks bij! De dansers maken knappe draaibewegingen met hun armen, die er bij een Westerling voor zouden zorgen dat ‘ie volledig in de knoop zou komen te zitten. Quinn kan de neiging om ondertussen dieren te gaan spotten nauwelijks bedwingen, terwijl Yzze met grote ogen en vol bewondering toekijkt. Wat zijn die meisjes mooi! Zo wil zij later als ze “zo groot is als een mens” ook wel zijn….
Bat cave
De volgende ochtend gaan we na het ontbijt we met Bobo mee naar een grot achter op het terrein van het Resotel. Onderweg slaat hij met een lange stok wat lychees voor ons uit een boom: verser kan het niet! Yzze is niet van plan de steile trappen naar de grot zelf op te klimmen, dus moet Robbert-Jan haar dragen. Zijn workout voor vandaag heeft hij daarmee meteen gehad! Wat is het warm… Tot afgrijzen van een Belgische vrouw in ons groepje hangt de eerste ruimte in de grot vol met vleermuizen. Al die kraaloogjes die ons van zo dichtbij aanstaren… Een wonderlijk gezicht! Quinn is aanvankelijk weer blij om beesten te spotten, totdat hij door het gegil van deze mevrouw toch enigszins begint te twijfelen of die vleermuizen ons niet zullen gaan aanvallen… Voor de zekerheid houdt hij daarom onze hand maar vast terwijl we verder lopen. De grotwandeling leidt ons naar nog meer vleermuizen en zelfs naar grotschorpioenen, die nog het meeste weg hebben van grote spinnen. Bijzonder om nu ìn de reusachtige bergen te lopen die we vanuit de boot al zagen!
Mon Village
Eenmaal weer uit de grot lijkt het buiten zowaar koel! Maar dat is van korte duur. Een verfrissende duik in het zwembad biedt uitkomst. Na een korte siësta varen we vervolgens in de middag over de rivier naar het dorpje waar de Mon leven. Vrijwel alle dorpelingen (een stuk of 100 in totaal, exclusief kinderen) werken als schoonmaker, tuinier, kok, ober of wat je allemaal nog meer kan bedenken in de hotels in deze omgeving. De twintig kinderen die het dorp rijk is, gaan zeven dagen per week naar school en zitten daar allemaal in dezelfde klas. De leraar geeft dus niet alleen les, maar is ook kinderoppas voor de allerkleinsten. Het contrast tussen het primitieve dorpje en de weelde waarin de toeristen leven is groot. Zo groot dat het bijna ongemakkelijk voelt. Het is er een stuk netter en schoner dan in de sloppenwijk waar we eerder waren, maar daar is dan ook alles mee gezegd. De omstandigheden waarin deze Mon moeten leven, zijn primitiever dan wij ons kunnen voorstellen. Toch zorgen ze er vol overgave en vriendelijkheid voor dat het ons in het hotel aan niks ontbreekt. Zouden ze niet verlangen naar net zo’n leven? Voelen ze geen afgunst? Blijkbaar niet. De Thai schijnen het leven te nemen zoals het komt, en zijn met weinig tevreden. Daar kunnen wij Westerlingen een voorbeeld aan nemen. Verwonderd lopen we over de donkere paadjes in dichtbegroeide bossen, waar we steeds weer nieuwe hutjes tegenkomen. Her en der wordt gekookt op een zelfgemaakt vuurtje en er lopen diverse kippen rond. In een hangmat ligt een baby van 1 jaar heerlijk te slapen, terwijl ze door haar moeder flink heen en weer gewiegd wordt. We zien een winkeltje waar ze fijngemalen sandelhout verkopen, wat de Mon zelf op hun gezicht smeren ter versiering maar vooral ook tegen de muggen en de zon. Want muggen zitten hier bij bosjes! Ondanks de anti-muggenspray zijn we al aardig lek gestoken… Yzze krijgt bloemetjes en een hartje op haar gezicht, en Quinn wordt door Bobo op zijn verzoek versierd met slangen. Nu durven die muggen vast niet meer te steken! We lopen verder langs de school waar de kinderen momenteel kip aan het eten zijn en televisie kijken. Het is tenslotte weekend… Verderop zijn diverse mensen aan het werk in een heuse ananasplantage. We lopen richting de Montempel op het eiland. Yzze bedenkt net iets te laat dat ze naar de WC moet, zodat Felicia met haar een stukje terug naar het schooltje moet lopen. Hier maakt ze voor het eerst kennis met de enige echte Thaise WC: het gat in de grond! Dat vindt ze maar gek en toch ook grappig tegelijk. Tussen de onheilspellend krakende hoge bamboetakken lopen ze terug naar de groep. Daar aangekomen komt ineens de “mahout” (olifanten temmer) aangereden op, jawel, een grote olifant genaamd Wendy. Quinn mag ‘m aaien en Yzze zit voor ze het weet bovenop zijn kop, zo trots als een pauw! Wat een avontuur!
Beest…
Na het uitgebreide dinerbuffet waarbij met name Yzze de aandacht trekt met haar blonde vlechtjes en “dansmoves” (want vandaag is ze Anna van Frozen), besluit Quinn nog even op gekko- en slangenjacht te gaan. Er zitten hier namelijk waterslangen tussen de waterplanten, heeft Bobo verteld. Gisteren konden we die door een hevige en langdurige regenbui niet gaan zoeken, dus vandaag een nieuwe kans. We zien mega grote sprinkhanen, spinnetjes en rupsen die hier in enorme aantallen op de bomen zitten. Uiteindelijk vindt Robbert-Jan tot grote vreugde van Quinn ook een waterslangetje dat zijn kopje boven het water uitsteekt! Plotseling komt Bobo aangeraced op zijn brommer. “Please come quick, jump on the back, you and Quinn!”, roept hij tegen Robbert-Jan. “I saw a giant scorpion and I want to show it to you!”. Dat laten ze zich natuurlijk geen twee keer zeggen, en weg zijn ze! Yzze en Felicia blijven verbaasd achter. Dat ging snel! Helemaal enthousiast komt Quinn tien minuten later gewapend met foto èn filmpje van het gevaarlijke beest weer terug. Wat was het spannend! “Als ‘ie je zou steken, zou je wel drie dagen ziek zijn!”. Gelukkig is dat niet gebeurd. Wat zal hij lekker dromen vannacht….
Hellfire Pass
Op weg
Na het ontbijt worden onze koffers in de boot geladen en vertrekken we naar de Hellfire Pass, een passage van 1200 meter lang en 5 meter breed door een berg. Deze doorgang is onderdeel van de “dodenspoorlijn”, die onder erbarmelijke omstandigheden door krijgsgevangenen en dwangarbeiders is uitgehakt. Vele gevangenen vonden hier de dood, vandaar de naam… Ze moesten 18 uur per dag werken en kregen nauwelijks voedsel. Door de film die we te zien krijgen met daarin bewegende beelden van de gevangenen, wordt het allemaal nog echter… Erg indrukwekkend. Het moet verschrikkelijk zijn geweest. Een beetje stil lopen we door de enorme kloof, voordat we in de bus stappen op weg naar de trein die ons een stukje over de “death railway” gaat laten rijden. Na dit tochtje staat er nóg een treinrit op het programma, maar dan de nachttrein die ons naar het zuiden gaat brengen. Eerst moeten we helaas nog een heel stuk rijden voordat we terug zijn in Bangkok. Ondanks de vaart die er weer behoorlijk in zit, duurt het ruim 3 uur voordat we het treinstation bereiken.
Nachttrein…Kedengedeng
Na dit tochtje staat er nóg een treinrit op het programma, maar dan de nachttrein die ons naar het zuiden gaat brengen. Eerst moeten we helaas nog een heel stuk rijden voordat we terug zijn in Bangkok. Ondanks de vaart die er weer behoorlijk in zit, duurt het ruim 3 uur voordat we het treinstation bereiken. Omdat we een eersteklas ticket geboekt hebben, mogen we als echte VIP’s in een aparte ruimte wachten tot de trein gaat vertrekken. Het “plebs” zit bepakt en bezakt dicht op elkaar op de grond in de grote vertrekhal. We proberen snel nog even wat te eten te scoren voordat we moeten instappen. De Schijf van Vijf gaat het vanavond duidelijk niet worden…. Eenmaal terug bedenkt Quinn dat hij héél graag ook nog Oreo koekjes had willen kopen. Felicia stuurt snel een berichtje met zijn verzoek naar Robbert-Jan, die in de vertrekhal nog steeds op zoek is naar iets van eten wat zijn goedkeuring voor dit moment kan wegdragen. Hoewel dit berichtje tot op heden niet is aangekomen, weten we inmiddels dat Robbert-Jan gedachten kan lezen! ? Al snel komen er meer “VIP’s” de wachtruimte in. Wat blijkt: ook gezinnen die via Travelnauts geboekt hebben! We wisselen de nodige reiservaringen uit en doen daarmee vast inspiratie op voor de volgende vakantie. Eén van de gezinnen blijkt uit Nuenen te komen, de plek waar Felicia is opgegroeid. Beide ouders hebben ook nog op dezelfde basisschool gezeten als zij! Wat is de wereld toch klein… Veel tijd om verder te kletsen is er helaas niet: het Nuenense gezin vertrekt naar Chang Mai en wij gaan samen met een gezin uit Limburg op zoek naar de trein naar Surat Thani. De “beheerder” van de VIPruimte, die ons op tijd zou komen halen en naar de juiste trein zou brengen, is namelijk nergens meer te bekennen… Aangezien we niks kunnen lezen van het Thaise schrift met 44 medeklinkers, 32 klinker klanken en 4 toontekens en ons daardoor behoorlijk analfabeet voelen, staat hier op het station alles gelukkig wèl in het Engels aangegeven. Al snel vinden we de juiste trein en de 1e klas coupés. Maar…. welke wagon moeten we nu hebben? De conducteur vertelt ons dat we gewoon mogen gaan zitten waar we willen. Tenminste, dat maken we uit zijn gebrekkige Engels op. Quinn stapt in en zoekt voor ons twee mooie coupés naast elkaar uit. Wij proberen ondertussen onze te brede bagage door de (veel) te smalle treindeuren en -gangetjes te krijgen. Een hele uitdaging… De trein is behoorlijk primitief voor westerse begrippen. En dan te bedenken dat wij nog de meest luxe plaatsen hebben die er zijn! Wat aarzelend kijken we naar de grauwe kussentjes waar we straks op geacht worden te slapen… Om nog maar niet te spreken over de Thaise WC (lees: het gat in de grond), waarop zowel Quinn als Yzze meteen besluiten te willen poepen… Ach ja, weer een mooi verhaal.
iPad
Eenmaal geïnstalleerd bekijkt Felicia nogmaals de tickets: coupé 11, bed 5-6-7-8. Oeps, dus toch geen vrije plaatsenkeuze… Dat wordt opnieuw halsbrekende toeren uithalen om de spullen op de juiste plek te krijgen! Maar wat wil het toeval: Quinn blijkt zonder het zelf te weten zowel het juiste treinstel als de juiste bedden te hebben uitgezocht! HELD!! Dat verdient een beloning en dus zitten onze twee boeven een kwartiertje later volledig geïnstalleerd in de nachttrein voor de iPad, compleet met popcorn en chips. Wat wil een kind nog meer…. O ja, die Oreo koekjes natuurlijk. Hun geluk wordt bruut verstoord door de conducteur die hier zowaar zèlf de bedden voor ons op komt maken! Quinn en Yzze moeten dus kort het veld ruimen. Even later is de rust hersteld en zitten ze nóg comfortabeler in dezelfde positie, maar dan op een zacht bedje inclusief dekentje. Niks grauwe kussentjes, maar een lekker fris bed! Na een uurtje film kijken is het tijd om te gaan slapen. Ondertussen komt een lokale verkoper met sloeberige kleding en dito haar nog vragen of we misschien wat eten van hem willen kopen. Als we vriendelijk lachend weigeren, laat hij zijn bijna tandeloze glimlach zien en vraagt met lage stem aan Robbert-Jan: “Beer…?”. Ook dat genereuze aanbod laten we toch maar aan ons voorbij gaan! De gordijnen gaan dicht, de deuren van onze coupés gaan op slot en door het geboemel van de denderende trein slapen de kinderen al snel als roosjes.
Wachten…
Rond 6.15u. worden we na een ietwat onrustige nacht gewekt voor het ontbijt in de trein. We zijn er al bijna! De omgeving buiten is duidelijk anders dan toen we vertrokken: veel palmbomen en groen, maar ook nog vochtiger en benauwder. Eenmaal uitgestapt worden we gedropt op wat plastic stoeltjes en moeten we wachten tot we opgehaald worden om aan de 1,5 uur durende rit naar Elephant Hills te beginnen. Al met al hebben we er sinds gistermiddag al heel wat uurtjes reizen op zitten, en de kinderen beginnen het wat vervelend te vinden. En, toegegeven, wij hebben het ook wel een beetje gehad. De belofte om nog even iPad te mogen kijken in het busje maakt een hoop goed. Wat zouden we zonder die dingen moeten… ? Ondertussen hebben we zelf tijd om te genieten van de mooie omgeving.
Olifanten!
Eenmaal aangekomen bij onze bestemming voor de komende drie dagen worden we hartelijk welkom geheten door de lokale staf. We mogen al snel onze tent midden in de jungle bewonderen, en na een korte opfrisbeurt gaan we meteen op weg naar toch wel het hoogtepunt van deze vakantie: de olifanten! Eenmaal oog in oog met deze giganten worden Quinn en Yzze ineens toch wat minder stoer…. Wat zijn ze groot! Aaien durven ze nauwelijks… Eerst maar eens kijken hoe ze een bad nemen in de grote modderpoel. De olifanten vinden het heerlijk! Na dit bad is het de bedoeling dat wij ze nog wat verder gaan schoonspoelen en -boenen met behulp van een tuinslang, een grote bak water met een emmer en de bast van een kokosnoot. Quinn zet aarzelend een paar stappen dichterbij en durft een beetje water op “onze” olifant te spuiten, maar Yzze blijft op veilige afstand. Wij gaan daarom zelf maar aan de slag. De olifant vindt blijkbaar dat het een beetje te lang duurt, en maakt met zijn slurf duidelijk dat we het water daar maar in moeten spuiten. Na ‘m flink gevuld te hebben, sproeit hij triomfantelijk en met veel gespetter zijn eigen buik en rug lekker nat! Zo, dat schiet een stuk sneller op. Quinn krijgt inmiddels de smaak een beetje te pakken en zet zich over zijn ergste angst heen. We liederen wat af, en voor we het weten zijn de dieren toe aan hun 12-uurtje. We gaan flink aan de slag om voor iedere olifant eten te bereiden. Ze werken wel 200 kilo voedsel per dag naar binnen, dus de mand vol ananas, suikerbiet, tros bananen en bosje gras die we voor hen klaarmaken is maar een klein snack… Om te zorgen dat ze ook goed blijven poepen, geven we ze ook een zelfgemaakt medicijn van een bal… tsja, wat is het eigenlijk?? In ieder geval gaat er zout en rijst doorheen. Ze vinden dit eigenlijk helemaal niet lekker, dus om ze een beetje te foppen pakken we het in met een bananenblad en doen we er een strik van bamboe omheen. Zo lijkt het net een leuk cadeautje! De olifanten blijken nogal kieskeurig te zijn: net als mensen eten ze eerst op wat ze het lekkerste vinden. In dit geval dus de ananas en de banaan! Als we ze iets anders geven, laten ze het gewoon op de grond vallen. Nadat ze een klein slurfgevecht hebben gehouden met hun buurvrouw om wie het aangeboden hapje toekomt, pakken ze het lekkerste fruit voorzichtig aan met hun slurf. Eén olifant is zo slim en behendig om het zorgvuldig ingepakte medicijn gewoon netjes uit te pakken en alleen het bananenblad plus de bamboe op te eten. Die laat zich duidelijk niet foppen! Yzze waagt zich nog steeds niet binnen een straal van anderhalve meter rondom een olifant, maar Quinn is inmiddels helemaal niet bang meer en voert het ene na het andere beest. Wat een leuke ervaring om zo dichtbij deze prachtige dieren te kunnen zijn!
Avondprogramma
Na zelf vervolgens ook de nodige lekkernijen naar binnen te hebben gewerkt, gaan we in de middag met een rubberen bootje varen over de dan nog rustige rivier. Op iedere boot gaat een peddelaar mee, dus we hoeven zelf alleen maar te zitten en te genieten van de mooie omgeving. Jammer dat we alleen maar dieren horen en er geen zien… Maar wie weet hebben we morgen meer geluk. Na nog een verfrissende duik in het zwembad met uitzicht op de enorm hoge bergen is het alweer tijd voor het avondprogramma: een documentaire over olifanten, een dansvoorstelling door de lokale Thaise schoolkinderen en een minicursus Thaise curry maken. Quinn heeft echter meer interesse in het plaatselijke insectenarsenaal en Yzze bouwt ondertussen een hoge toren van steentjes, wat ons de kans geeft om ongestoord het programma te kunnen volgen. Na, hoe kan het ook anders, een heerlijk diner kruipen we moe maar voldaan onze klammig aanvoelende bedden in. Met de ventilator gericht op onze voeten genieten we vanuit de tent van het zicht op en de geluiden van de jungle.
Markt
Vandaag staat er een hoop op het programma, maar helaas is het vroeg in de ochtend al begonnen met regenen… Volgens onze nieuwe gids Bamboo, een vrolijke gezette Thaise, zal dat de hele dag duren. We vrezen dat ze gelijk heeft. Gewapend met de nodige handdoeken en poncho’s zetten we allereerst koers naar een lokale markt. Gelukkig een markt voor de èchte Thai, en niet zo’n commercieel gedoe als de drijvende markt in Bangkok. We mogen alles zien, aanraken en er foto’s van maken zonder dat ook maar iemand ons vraagt of we wat willen kopen. We kijken onze ogen uit! Ondanks de regen vormt de markt een kleurrijk geheel. Je kunt het zo gek niet bedenken of je kan het er krijgen! Wat wel opvalt is dat men ook hier geen enkel benul lijkt te hebben van hygiëne, en een Voedsel- en Warenautoriteit is er natuurlijk al helemaal niet! De kippen worden voor onze ogen in mootjes gehakt en het gevogelte ligt vervolgens de hele tijd buiten totdat iemand het wil kopen (en daarna waarschijnlijk ook nog wel even!). Hetzelfde geldt voor de verse vis: honderd paar vissenogen staren ons glazig aan vanuit een bak met her en der een stukje half gesmolten ijs. Verderop verkopen ze levende waterslangen, of zijn het toch enorme naaktslakken? Helaas spreken de mensen hier absoluut geen Engels, waardoor we het nooit zullen weten. Quinn zou super graag zo’n beest kopen en mee naar huis nemen, en snapt er niks van dat we dat toch echt niet kunnen doen…
Zwemmen
We rijden nog een stukje verder en komen aan bij de plek waarvandaan de boot gaat vertrekken naar een uitmonding van de zee, waar we kunnen gaan kajakken. Yzze zingt ondertussen luidkeels “Jungle bells, jungle bells, jungle all the way!”. We zijn tenslotte in de jungle. De regen komt nog steeds met bakken uit de hemel… De rivier is daardoor ineens een stuk hoger geworden dan gewoonlijk, waardoor het kajakken wordt uitgesteld en we eerst de mogelijkheid krijgen om te gaan zwemmen. Zwemmen?? Met dit weer? Ach ja, koud is het niet en nat zijn we toch al. Als het eerste schaap over de dam is, volgen er meer! Yzze bekijkt het van een afstandje eens allemaal en is vervolgens vastbesloten ook een duik in het toch wel wilde water met flinke stroming te willen nemen. Zoals gewoonlijk helpt het totaal niet als we praten als Brugman om haar op andere gedachten te brengen: onze eigengereide dame houdt voet bij stuk en zet het uiteindelijk op een hevig verontwaardigd krijsen. Want zij is toch ook al groot?! Bamboo, die de naam Yzze heeft verbasterd tot “easy”, ziet nu in dat dat wellicht niet helemaal van toepassing is… Maar oké, vooruit dan… Robbert-Jan gaat overstag en neemt Yzze mee het water in. Quinn ligt ondertussen al enthousiast te spetteren met zijn zwemvest aan, zich stevig vastklampend aan een touw met reddingsboei vanwege de sterke stroming. Yzze vindt het heerlijk en lijkt zich als een vis in het water te voelen. De rivier is dan ook lekker warm! Het liefst zou ze, net als de grote mensen, van het bovendek van de boot in het water zijn gesprongen, maar gelukkig kunnen we dat wèl uit haar hoofdje praten…
Wondermiddel
Na een lekkere lunch, vers voor ons klaargemaakt op de boot, is het eb aan het worden en kunnen we alsnog de kajakken in. Felicia blijft met Yzze toch maar op de boot voor de zekerheid. Onze anders zo oplettende jongste heeft dat gelukkig pas in de gaten als de anderen eenmaal vertrokken zijn, waardoor het nieuwe persoonlijke drama zich dit keer nìet in het zicht van de rest van de groep ontvouwt. Robbert- Jan legt ondertussen aan Quinn uit hoe hij moet peddelen en ze gaan als een speer! Helaas echter niet snel genoeg om alle muggen van zich af te schudden, die eerder nog nergens te bekennen waren. Robbert-Jan vangt de meeste steken op: zijn rug zit helemaal onder de bulten! Gelukkig is daar Bamboo, met haar potje Tijgerbalsem (“Works whenever it hurts….”). Even smeren en huppakee: weg is de jeuk en weg zijn de buten! Een heus wondermiddel, waar we gezien het grote prijsverschil dus zeker nog even wat van moeten inslaan voor we weer naar Nederland vertrekken.
Wild!
Eenmaal terug op de boot hopen we in de middag wat ander wild te kunnen spotten dan die irritante vliegende krengen. Ondanks dat het nog steeds pijpenstelen regent, gaat het dak (letterlijk) van de boot af en varen we door de dichtbegroeide mangrovebossen. Met de regen striemend in ons gezicht en onze poncho’s aan alle kanten druipend hopen we onze camera’s nog enigszins droog te houden, terwijl we her en der een glimp van de omgeving proberen op te vangen. Omdat het water zo hoog staat, is het oppassen geblazen voor rond zwiepende takken. We krijgen de duidelijke instructie niks aan te raken en al helemaal nergens aan te trekken: er zou zomaar een slang in de boot kunnen vallen! Spannend…. Yzze stoort zich ondertussen niet aan het weer en is midden in de stromende regen op schoot van Felicia in slaap gevallen. Plotseling ziet één van de gidsen een slang in een boom liggen, die van een afstandje nog het meeste lijkt op een trosje bananen. Even vragen we ons af of er stiekem niet “Made in China” op zal staan, maar als hij zijn kop laat zien weten we dat het een echte is! Toch nog een wild dier gezien, al blijft het hier helaas bij….
Nat…
Na wat stevige regenbuien in de nacht lijkt het ‘s ochtends als we wakker worden zowaar droog te zijn. Maar dat is van korte duur… Ternauwernood bereiken we nog enigszins ongeschonden de ontbijtzaal, voordat we een paar flinke donderslagen horen en de regen opnieuw losbarst… Dat wordt wederom een natte ochtend in de jungle, vrezen we. Het regenwoud doet zijn naam meer dan eer aan deze dagen!
Nog een keer!!
Bamboo komt checken of we zeker weten dat we met de kinderen de geplande wandeling van 3 uur willen gaan maken. Diep in de jungle is het nog natter en gladder dan hier, en het wordt een flinke klim. Misschien niet verstandig met Yzze op onze rug… Eerlijk gezegd twijfelden we daar zelf ook al een beetje over, maar we wilden ons niet laten kennen. Uiteindelijk besluit Robbert-Jan wel mee te gaan en Felicia gaat met de kinderen nogmaals naar de olifanten toe. Helemaal geen straf natuurlijk! Terwijl Robbert-Jan zich gewapend met een lange stok drijfnat een weg door de dichte begroeiing baant, spelen Quinn en Yzze (regen of geen regen) nog lekker in het zwembad voordat we opnieuw oog in oog komen te staan met de vriendelijke olifanten die we twee dagen geleden ook al hadden ontmoet. Yzze durft ze inmiddels te aaien, maar eten geven is toch nog steeds een brug te ver. Die slurf is ook zo groot en sterk…. Op de terugweg heeft ze weer wat meer praatjes, en zingt ze op hoge toon uitbundig alle liedjes van Frozen en Vaiana die duidelijk nog in haar hoofd zitten.
Ferry
Robbert-Jan krijgt een lekkere lunch geserveerd in de jungle, klaargemaakt op een houtvuurtje dat ondanks de regen verbazingwekkend genoeg toch blijft branden. Felicia geniet met de kinderen voor de laatste keer van alle heerlijkheden die de koks van Elephant Hills hebben klaargemaakt, voordat we naar onze eindbestemming van deze reis vertrekken: Koh Samui. Laat de zon maar komen! We hebben echter nog best een flink tochtje voor de boeg: eerst 2,5 uur in het taxibusje, en vervolgens nog 1,5 uur op de ferry. Gezien eerdere slechte (lees: misselijkmakende) ervaringen met ferry’s besluiten we voor de zekerheid allemaal een reispilletje in te nemen. Bij Yzze verstoppen we ‘m in een ijsje, om discussie te voorkomen. Ze trapt er zowaar in! Als het tijd is om aan boord te gaan, blijkt het nog een hele klus om onze toch wel zware bagage over het smalle trappetje naar boven getild te krijgen… Zeker als je ook nog twee kinderen in de gaten moet houden en achter je nog ongeveer honderd andere mensen naar boven willen! We zweten even peentjes, maar met goede hulp van sterke Quinn en met de mazzel dat Yzze dit keer inziet dat ze geen andere keus heeft dan zonder hulp naar boven te lopen, krijgen we zowaar alles in één keer omhoog. Een goede zitplaats is gelukkig snel gevonden. Ondanks de airco is het warm en zweterig binnen, en we zoeken dan ook regelmatig verkoeling op het buitendek. Hoewel Yzze een kwartier geleden, toen we nog aan wal waren, ècht nog niet naar de WC hoefde, moet ze nu natuurlijk wel… Uitstellen lijkt geen optie. Felicia vreest het ergste met betrekking tot de staat van de toiletten aan boord, maar zelfs die ergste vrees komt nog niet in de buurt van de onbeschrijfelijk smerige staat waarin ze de ruimte aantreft… “Wauw, dat is een mooie WC….”, zegt ze uiterst ironisch tegen Yzze. “Dat is helemaal geen mooie WC!”, krijgt ze als antwoord. En na nog een laatste blik vol afkeer besluit Yzze spontaan dat ze haar plasje toch bèst nog wel anderhalf uur op wil houden! Ondertussen varen we rustig op ons doel af. De reispilletjes blijken totaal niet nodig, want de zee is heel kalm. We genieten van het uitzicht en de al een beetje ondergaande zon.
Strand
Tegen de schemering bereiken we het eiland en het is al donker als we met onze bagage op weg zijn naar het Thai House Beach Resort. Onze magen knorren inmiddels behoorlijk! Na het welkomstritueel met bijbehorend drankje besluiten we dan ook de boel de boel te laten en meteen een hapje te gaan eten bij het restaurant van het hotel, grenzend aan het strand. Hoewel wijzelf nog geen genoeg hebben van het Thaise eten, zijn de kinderen inmiddels wel toe aan weer eens wat anders: hotdog en pizza! Snel werken ze hun maaltijd naar binnen, zodat ze met hun blote voeten het zand en de zee mogen gaan voelen. Ondertussen komen ze op het strand twee jongetjes tegen, die met hun ouders ietsje verderop aan het eten zijn. Deze ventjes hebben een heel interessant speelgoedje bij zich: een soort helikopter met een blauw lichtje die je omhoog kunt schieten en dat vervolgens sierlijk weer naar beneden komt gevlogen. Het contact is daardoor snel gelegd. Ze hebben samen de grootste lol, en kletsnat van het zeewater komen de kids uiteindelijk terug aan tafel voor een ijsje als afsluiter van deze dag. Ze kunnen niet wachten tot het morgen is en ze ècht het water in mogen.
Eindelijk weer zwemmen!
In de ochtend pakken we voor de laatste keer snel onze tassen in om te verkassen. Dit keer niet naar een andere plaats, maar slechts naar een andere kamer. De vorige kamer was klein en zo smal dat we bijna niet langs alle bedden konden lopen, en had bovendien een balkonnetje dat uitkeek op een benauwd binnenplaatsje. Niet helemaal wat we ons hadden voorgesteld, maar gelukkig bleek het geen probleem om van kamer te wisselen. De nieuwe kamer is 100% beter: hier houden we het zeker nog 5 dagen uit!
Vriendjes
Ondertussen hebben Quinn en Yzze hun zwemkleding aangetrokken en staan ze te popelen om een duik te nemen in het mooie zwembad. Even later liggen ze eindelijk te spetteren en relaxen wijzelf aan de kant op een ligstoel. Wat blijkt: we liggen naast de ouders van de kinderen met wie Quinn gisteren zo leuk gespeeld heeft op het strand! Het gezin komt uit Oostenrijk en is al bijna twee weken op het eiland. Met name Luis, hun oudste van 5 jaar, begon zich hier inmiddels wat te vervelen. Hij was dus dolblij toen hij een speelkameraadje trof, en was vanochtend erg zenuwachtig geweest of hij Quinn wel weer zou zien. Dat is boffen, want Quinn is ook wel toe aan iemand van ongeveer zijn eigen leeftijd om lekker mee te ravotten. Nu hoeft hij Yzze tenminste niet meer de hele tijd te plagen! Theo, het vierjarige broertje van Luis, is eveneens blij dat hij even met rust gelaten wordt. We hebben vervolgens de hele ochtend geen kind meer aan hen en ook Yzze vermaakt zich opperbest. Met haar zwembandjes om blijft ze lekker drijven in het water en ze komt overal waar ze wil komen. Wat een vrijheid! Helaas noodzaakt een buitje rond het middaguur ons om de ligbedden te verlaten…
Powernap
Na heerlijke broodjes en dito mango sap als lunch gehaald te hebben bij het lokale bakkertje om de hoek, merken we dat het rondreizen qua vermoeidheid toch wel z’n tol heeft geëist: als een blok vallen Quinn en Yzze in slaap in de zachte bedden en ook Felicia, die “verplicht” bij hen op de kamer blijft zitten terwijl Robbert-Jan te voet de omgeving gaat verkennen, kan haar ogen niet open houden… Bijna 3 (!) uur later komt Robbert-Jan, die lichtelijke verdwaald was, weer terug in het hotel en treft iedereen nog heerlijk slapend aan. Die “powernap” was dus blijkbaar even nodig!
Strandbedden
Vol nieuwe energie hebben we afgesproken om vanavond te gaan eten samen met de kersverse Oostenrijkse vrienden. We besluiten op hun aanraden te gaan zitten bij het restaurant van het naastgelegen hotel, waar we lekker op het strand kunnen eten. Dat geeft de kinderen de ruimte om met elkaar te spelen en ons de mogelijkheid om enigszins rustig te kunnen kletsen! Twee op elkaar gestapelde strandbedden doen, mooi gedekt, dienst als tafel, en op twee eveneens zorgvuldig beklede strandbedden kunnen we heerlijk zitten. Tenminste, dat denken we… Nog voor onze billen de kussens raken, barst er ogenschijnlijk uit het niets een flinke regenbui los! Zo snel als ze kunnen grissen de obers de kleden en het overige gerei van tafel en we rennen naar binnen. Gelukkig zitten we daar ook prima. Voor we het weten hebben de kinderen echter ongeveer honderd tandenstokers uit de verpakking gehaald en geven ze met z’n vieren een drumconcert met de eetstokjes. Het mag de pret niet drukken… Na een nieuwe tafelschikking is de rust wedergekeerd en genieten we van ons eten, wat zoals gewoonlijk heerlijk smaakt. Met Paul en Karoline, de ouders van Luis en Theo, wisselen we mooie vakantieverhalen en -ervaringen uit. Ze zijn, net als wij, inmiddels aardig bereisd. Het is fijn om eens mensen te ontmoeten en uitgebreider te kunnen spreken die inzien dat (ver) reizen met kinderen héél erg goed mogelijk is!
Zon!
Another day in paradise…. Een strakblauwe hemel, een parelwit strand en wuivende palmbomen. Wat wil je nog meer? Nou, een Thaise (olie)massage op deze idyllische plek is een goede toevoeging, aldus Felicia. Robbert-Jan wacht nog een dagje, want zijn schouders zijn gisteren ondanks de factor 50 en het vermijden van te veel directe zon toch nog verbrand. Zo te zien heeft het gros van de toeristen hier hetzelfde probleem, want we zien heel veel kreeftjes voorbij lopen. Ook Quinn houdt vandaag wijselijk zijn UV-shirt aan en Felicia smeert zich nog een keer extra in. Yzze is de enige die nergens last van heeft: ze krijgt gewoon meteen een jaloersmakende bruine kleur!
Markt
In de avond is er een vismarkt in een dorpje in de buurt. We besluiten dat het wellicht leuk is om daar samen met de Oostenrijkse familie heen te gaan, maar schrikken enigszins van de belachelijk hoge prijzen die de taxichauffeurs hier blijkbaar hanteren. Onderhandelen of de meter gebruiken is geen optie: vaste prijs 600 Baht (omgerekend zo’n 15 Euro) enkele reis voor een ritje van nog geen kwartier. Dat zijn nog eens bedragen voor Thaise begrippen! In Bangkok betaalden we in de avond nog geen 200 Baht en waren we soms vanwege de files wel een uur onderweg… Aangezien we niet met z’n allen in één taxi passen en men ook geen taxi’s voor meerdere personen beschikbaar heeft of wil hebben, zou ons het bezoekje aan de markt dan alleen qua vervoer totaal al 60 Euro kosten. Dat vinden we allemaal toch wel wat overdreven, zeker omdat komende zondag ook een dergelijke markt hier in het dorp zal zijn. We besluiten daarom om gewoon lekker te voet Lamai te gaan verkennen. Uiteraard vinden we hier de ene na de andere shop met fake artikelen en tussendoor diverse massagesalons. Toch zijn er ook een aantal positieve uitschieters, zoals een atelier waar men bezig is om olieverfschilderijen te maken. Met name die van een grote olifant vinden we erg mooi, maar hij is nog niet af. We besluiten morgen nog een keer terug te gaan om het eindresultaat te bekijken. Na een stukje lopen bereiken we een gezellig straatje met een klein marktje. Quinn heeft voor we het weten onderhandeld met een lokale verkoper over de prijs van een leren koord met daaraan een haaientand, net zoals Luis en Theo om hun nek dragen. Want om echt bij “de club” te horen, moet je die natuurlijk ook hebben. Het afdingen heeft hij in Nederland al een paar keer kunnen oefenen tijdens Koningsdag, dus dat gaat hem prima af. Hij is superblij met zijn zelf gekochte aanwinst en spreekt dit zo vaak uit dat wij elkaar verbaasd aankijken. Hij kan niet stoppen met glunderen! Zó enthousiast kennen we ‘m niet!
Verleidingen…
We wagen vanavond nog een poging om te gaan eten op het strand. Dit keer een eindje verderop, waar de kinderen worden aangetrokken tot een heuse jongleer show met vuur! Spannend… Ze blijven maar verschrikt roepen over de gevaarlijke kunsten die deze mannen uithalen, terwijl wij ondertussen weer volop kletsend met de Oostenrijkers aan tafel zitten. We blijken buiten het reizen nog een heel aantal andere overeenkomsten te hebben, waaronder onze ideeën over vriendschap en het opvoeden van kinderen. Leuk gezelschap dus! Als we na afloop van deze gezellige avond terug wandelen over het strand, komen we (hoe kan het ook anders) een verkoper tegen die de helikopter verkoopt waar Luis en Theo de eerste avond ook mee aan het spelen waren. Tsja, ook die kan Quinn natuurlijk niet aan zijn neus voorbij laten gaan! De verkoper houdt Yzze ondertussen een Elsa pop voor haar neus, waarvan de jurk ook nog eens allerlei verschillende kleurtjes aan kan nemen. Waarschijnlijk herinnert ze zich nog van ons bezoek aan de drijvende markt dat ze niks zomaar mag pakken van wat haar aangeboden wordt, dus braaf blijft ze er alleen maar naar staren. Haar oogjes spreken echter boekdelen… Aangezien ze zoals eerder al vermeld sinds kort groot fan van Frozen is, is dit natuurlijk wel een (letterlijk) schitterend exemplaar. Vooruit dan: we sluiten een goede deal met de verkoper en hebben vervolgens twee hele blije kinderen! Ook Yzze stopt voorlopig niet meer met glunderen, en laat haar nieuwe aanwinst vol trots zien aan iedereen die op het strand voorbij komt. Wat een plezier voor een paar cent!
Boys will be boys
Na nog een dag zwembad, strand en zee met dit keer hoge golven en natuurlijk volop speelplezier voor de kinderen, bezoeken we tegen de avond een lokale versmarkt. Nou ja, vers… Ooit was alles wat daar ligt vast vers, maar zo ziet het er nu niet meer uit. Inmiddels zijn we dat hier echter wel gewend, al vinden we het nog steeds verbazingwekkend dat we (gelukkig) geen van allen ziek zijn geworden en / of darmproblemen hebben gekregen tijdens deze reis. Met behulp van plastic zakjes die aan een ronddraaiend motortje zijn vastgebonden, worden de vliegen boven het vlees op afstand gehouden. Even verderop zien we, net als op de eerdere markt die we bezochten, een bak met levende slangen. Daarnaast staat een bak met schildpadden. Zouden ze die ook opeten…?? De man die ze verkoopt spreekt gelukkig een beetje Engels en kan ons geruststellen: na de verkoop laten de kopers de schildpad vrij in de natuur, dat brengt geluk! Wij zouden er ook eentje moeten kopen, want 3 jongens en geen dochters als nageslacht: dat brengt ongeluk! Vlak daarna komt Robbert-Jan echter aangelopen met Yzze op zijn nek, waardoor hij zijn verkooppraatje inruilt voor een brede glimlach: “Ahhh, you daughter, you lucky!”. En zo is dat!
Sojabonen
Paul en Karoline hebben gehoord dat er iets verderop een leuk Japans eettentje zit. Een best welkome afwisseling na 2 weken Thais. Het is druk in het kleine zaakje, maar achterin is gelukkig nog een plekje voor acht personen vrij. De menukaart is zo uitgebreid dat we waarschijnlijk in een uur nog niet eens alles doorgelezen krijgen, dus kijken we maar naar de plaatjes die bij de gerechten staan. Helaas niet zonder risico: “In some cases the picture looks different from the real food”, staat er bij. Ach, af en toe een gokje wagen moet kunnen! Gelukkig maken we een goede keuze en staat de tafel binnen een mum van tijd vol met heerlijke steaks, noedels, salades, vlees spiesjes en sushi. Quinn en Yzze smullen van de sojaboontjes: die moeten we er thuis dus zeker in houden!
Nutella
Terug wandelend naar het hotel zien we op de hoek van de straat een karretje langs de weg staan waar je pannenkoeken met banaan en Nutella kan kopen. Paul, die in zijn vrije tijd zo’n zelfde karretje runt in Oostenrijk om extra geld binnen te halen voor de reizen die ze maken, wil uiteraard proeven. Vervolgens kunnen de kinderen natuurlijk niet achterblijven! Behendig rolt het pannenkoeken mannetje zijn bolletjes deeg uit tot dunne pannenkoeken, die vervolgens op een hete plaat gebakken worden. De kinderen krijgen allemaal alvast een halve banaan in hun handen geduwd: de rest wordt razendsnel in plakjes gesneden en over de pannenkoek verdeeld. Als alles gaar is, volgt een dikke laag Nutella en wordt het geheel behendig in vierkantjes gesneden met een groot mes. Satéprikker er in en smullen maar!
Zoektocht
De volgende dag zijn Quinn’s vriendjes een tocht aan het maken met de boot, waardoor hij zichzelf weer moet vermaken. Dat blijkt nog moeilijker dan gedacht: het zwembad heeft hij “al honderd keer gezien” en in de zee zijn vandaag geen hoge golven. Hij gaat liever spelen op de kamer met zijn speelgoed, wat we uiteindelijk dan toch niet voor niks hebben meegenomen vanuit Nederland. Het is erg warm vandaag, en tijdens een korte wandeling door het dorpje om even wat te lunchen zweten we wat af! Onderweg bewonderen we nog een aantal schilderijen in een ander winkeltje dan waar we eerder de olifant gezien hadden, maar het is het allemaal nèt niet. Aan het eind van de middag gaan we daarom toch nog even terug naar de vorige plek om te zien hoe het eindresultaat geworden is. Helaas valt ook dat tegen: de kop van de olifant is echt heel mooi, maar de rest van zijn lijf en poten lijken wat afgeraffeld te zijn. Volgens de schilder hoort dat zo, juist om de nadruk op de kop te leggen. Dat zal best, maar voor een vraagprijs van omgerekend meer dan 100 Euro verwachten we toch iets beters. Een korte zoektocht daarna via internet leert ons bovendien dat er van deze versie talloze vergelijkbare exemplaren bestaan, die via AliExpress voor een fractie van de genoemde prijs naar Nederland verstuurd worden. Hoewel we de mensen hier het geld zeker gunnen, laten we het schilderij lekker in Thailand. Want origineel? Niet echt dus…
Anna
Vanavond vindt, net zoals iedere zondag, de beroemde avondmarkt van Lamai plaats. We zorgen dat we er op tijd zijn, in de hoop de grootste mensenmassa te ontwijken. Dat mislukt helaas, want het is er hartstikke druk! Naast heel veel lekkernijen zijn er op deze markt vooral ook heel veel souvenirs te koop. Quinn ziet bij ieder kraampje wel iets dat hij echt héél graag wil hebben. Aangezien hij al een paar dingen heeft gekregen, gaat die vlieger natuurlijk niet op! Yzze spot al heel snel de Anna versie van Elsa. Terwijl wij nog denken dat ze het mis heeft (omdat wij echt alleen Elsa’s zagen), vraagt ze om de paar passen of we die Anna straks ook gaan kopen. Ondertussen zien wij de bui letterlijk al hangen, want donkere wolken pakken zich razendsnel samen boven de zojuist nog blauwe hemel. Dat wordt noodweer! Aan de plastic zeilen te zien die ineens overal vandaan worden getoverd, denken de locals daar ook zo over. Toch een beetje wijs geworden na onze eerdere ervaringen proberen we zo snel als we kunnen een barretje te vinden waar we voorlopig droog kunnen zitten. Dat blijkt nog niet zo gemakkelijk, maar gelukkig zien we op tijd een plekje midden in een schilderijenwinkel! Het is een gezellige boel daar, met de kleine tafeltjes en stoeltjes tussen de grote kleurige doeken. De kekke eigenaresse bezorgt ons snel een aantal drankjes. Laat die regen nu maar (even) komen! Terwijl de Thai op straat kibbelen over of dat nu wel of niet gaat gebeuren en de plastic zeilen steeds weer weghalen en vervolgens weer neerleggen, verstrijkt de tijd… Na drie kwartier geen regen gezien te hebben, besluiten we om het er toch maar op te wagen en het overige deel van de markt te gaan bezoeken. Een goede keuze, want de rest van de avond is het kurkdroog! Uiteraard is Yzze de Anna nog niet vergeten en begint haar vragenvuur opnieuw als we een paar meter gelopen hebben. Tot haar grote vreugde komen we kort daarna dan toch echt het gewilde object tegen. Het verwachtingsvolle snoetje van onze grote kleine dame kunnen we niet weerstaan. Met rode wangetjes van opwinding pakt ze de haar toegestoken Anna met beide handjes aan. Weer een schat er bij!
Not (so) spicy
Ondanks alle heerlijkheden die op de markt te koop zijn, besluiten we toch op het strand te gaan eten. Op de markt is namelijk geen plek om even te zitten, en we willen onze laatste vakantie-avond natuurlijk wel goed afsluiten. De hardwerkende jongens en mannen in de bediening van het restaurant bij ons hotel, die van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat in de weer zijn, hebben vandaag extra goed hun best gedaan en een aantal mooie tafels op het strand gecreëerd. Helaas zitten die echter allemaal vol, maar speciaal voor ons maken ze binnen no time een extra plekje. Ondertussen “vechten” ze lachend met de knuffel leguaan die Quinn op de valreep toch nog heeft weten los te peuteren op de markt. Robbert-Jan en de kinderen maken een vellige (westerse) keuze van de menukaart, maar Felicia wil toch graag nog een keer ècht Thais eten. Ze besluit voor de rode curry (not spicy) te gaan. Dat “not spicy” voor Thaise begrippen toch echt iets heel anders is dan voor Europese, beseft ze na de eerste hap… Halleluja! Na ongeveer vijftien stukken rode peper uit de curry gevist te hebben, durft ze het aan om verder te eten. Met tranen in haar ogen..
’t Is weer voorbij…
Na een laatste nachtje slapen in onze Thaise bedden zit het er op… Na de laatste duiken in het zwembad en de zee en een Thaise massage voor Robbert-Jan (waarbij hij driedubbel in elkaar gevouwen wordt), is het tijd om de spullen te gaan inpakken. Uiteraard nemen we voor vertrek uitgebreid afscheid van Paul, Karoline, Luis en Theo met de belofte hen snel op te komen zoeken in Salzburg. Aangezien ze daar naast hun huis ook een B&B hebben, is een slaapplek in ieder geval al geregeld!
Byebye!
Na eenmaal opgestegen te zijn vanaf het mooie vliegveld van Koh Samui, waar zelfs speciaal iemand aanwezig is om ons te helpen met inchecken, bereiken we Bangkok binnen no time. Dat schiet lekker op in vergelijking met de heenreis naar het Zuiden per nachttrein en ferry! Yzze gooit onderweg haar charmes in de strijd, waardoor we aan alle kanten “Oh, so cue, so cue” te horen krijgen. Aannemend dat ze “cute” bedoelen, vervolgen we glimlachend onze weg. De Thai en Engels spreken is over het algemeen geen gelukkige combinatie… Alle formaliteiten verlopen vlot, waardoor we tijd hebben om nog even wat te eten en onze laatste Bahts op te maken. Quinn doet ondertussen waar hij maar kan “oefeningen” om sterk te worden, want dat is zijn nieuwe missie. Terwijl hij op z’n kop aan een hekwerk hangt, wachten wij rustig tot we mogen boarden. Eenmaal in het vliegtuig worden er natuurlijk weer de nodige presentjes aan de kinderen uitgereikt door de “studadessen”, zoals Yzze de stewardessen noemt. Na het wat onheilspellend klinkende gebed voor een goede vlucht, wat in het Arabisch door de speakers schalt, kunnen we vertrekken. Tijdens het opstijgen verzorgt Yzze het vermaak voor de overige passagiers die bij ons in de buurt zitten, door hen enthousiast ieder plaatje van haar boek te tonen. Al snel wint haar vermoeidheid het echter van haar entertainmentkwaliteiten en valt ze in slaap bij Felicia op schoot. Quinn heeft met name tijdens de tweede vlucht geluk: de plaats naast hem is als één van de weinige in het vliegtuig niet bezet, waardoor hij heerlijk kan liggen. Wat een luxe! Yzze doet nog een kort dutje maar besluit rond drie uur ‘s nachts dat het nu toch ècht tijd is om Frozen te gaan kijken. Genietend zit ze met haar roze koptelefoon op en haar inmiddels versleten knuffelaapje stevig tegen zich aangedrukt onder een dekentje. Zo duurt de nacht niet zo lang! Een paar uurtjes later raken de wielen van het vliegtuig de grond van het vliegveld van Düsseldorf. We zijn weer op Europese bodem, hetgeen helaas het einde betekent van wederom een mooie verre reis… Op naar de volgende!
Bekijk al onze kindvriendelijke reizen naar Thailand.