- Home
- Reisblogs
- Costa Rica
- Familie Vancoppenolle – Vercauter in Costa Rica
Familie Van Coppenolle - Vercauter in Costa Rica
Vooraf
Costa Rica; het lijkt wel de gedroomde reisbestemming voor ons gezin: kindvriendelijk land, volop natuur, strand en zwembad, veel afwisseling, grote en kleine beesten die zich doorgaans gewillig laten fotograferen, lekker eten en drinken… De keuze was dan ook vrij snel gemaakt. Voorafgaand aan deze reis contacteerden we verschillende reisorganisaties voor een individueel reisprogramma voor een gezinsvakantie van 14 dagen. Uit de verschillende voorstellen die we kregen bood Travelnauts (www.travelnauts.nl) de interessantste programma/prijs verhouding, en bovendien waren ze zeer klantgericht en behulpzaam om het programma te fine-tunen, wat zeker niet van elke organisatie kon gezegd worden.
Woensdag 23 juli: Brussel – San José
Eindelijk de grote dag. We hoeven niet eens schandalig vroeg op te staan. De opvang aan de luchthaven in San Jose is prima geregeld. We krijgen een bondige maar voldoende uitleg, de nodige paperassen worden overhandigd en het taxibusje rijdt voor. Een half uurtje later komen we aan in het Buena Vista Hotel en krijgen we onze sleutel van de mooie en ruime familiekamer met twee uitstekende tweepersoonsbedden, maar helaas ook 1 belabberd zetelbed. We gaan rond 21u30 lokale tijd (5u30 in België) slapen. Nu ja, veel slapen zit er, wellicht door het uurverschil, eigenlijk toch niet in.
Donderdag 24 juli: San José – Tortuguero
Standaard wordt door Travelnauts een dagje rust en acclimatisatie voorzien in San Jose. Omdat wij niet zo veel zin hadden in zo’n dagje ‘wachten’ hadden we die rustdag op voorhand laten annuleren en gaan we ineens voor de verplaatsing naar Tortuguero. Achteraf hebben we daar zeker geen spijt van gehad.
Het taxibusje komt ons om halfzes aan het hotel ophalen maar we zijn al ruim op voorhand wakker. De koffiezet in onze kamer voorziet ons van de eerste voortreffelijke Costa Ricaanse koffie. Bij het verlaten van onze kamer zien we een eerste kolibri rondsnorren, maar het is nog te donker om er iets van te maken. Het busje is mooi op tijd en brengt ons samen met een Nederlands gezin naar de afspraakplaats bij de luchthaven waar we overstappen op grotere bus met gids Cynthia. Papiertje afgeven met onze reservatie en klaar!
De rit gaat dwars door het centrum van San Jose. We pikken nog wat mensen op aan hun hotel en vertrekken voor een rit van een paar uur in de motregen doorheen het Braulio Carillo National Parc. Onderweg zien we van uit de bus great-tailed grackles, die zullen bijna de hele reis dagelijks te zien zijn. We komen langs de samensmelting van de ‘witte’ Rio Hondura, die helder regenwater uit het nationaal park afvoert, en de gelige Rio Succio ofte ‘vuile rivier’. De gele kleur is het gevolg van zwavelbevattende sedimenten van de Irazu vulkaan die door de rivier meegevoerd worden.
In Guapilles stoppen we voor het ontbijt in een open restaurant. Het is onze eerste kennismaking met de Costa Ricaanse keuken. Rijst met bonen, gebakken eitjes, gebakken worstjes, iets muffinachtigs en veel vers fruit. Eens rondpiepen in de onmiddellijke omgeving levert Great kiskadee, een vijftal strawberry poison dart frog, een grote luidruchtige cicade en de eerste blue morpho op. Tijdens het ontbijt krijgen we ook de eerste tropische vlaag te verwerken, maar na een half uurtje klaart het alweer op. We vertrekken dan ook uit Guapilles met een stralend zonnetje, en onmiddellijk zitten er heel veel roofvogels in de lucht, vooral zwarte en kalkoengier. Er zijn nog veel andere opvliegende vogels te zien, maar vanuit de rijdende en schuddende bus (de wegen zijn behoorlijk rampzalig) valt er geen naam op te plakken. Bij de verspreide groepjes zeboe-koeien zitten meestal wel wat koereigertjes. Het laatste stuk naar Tortuguero gaat over een onverharde weg vol putten, bulten en uit hun oever getreden riviertjes. Geen probleem toch met een bus? Onderweg stopt de chauffeur ook even om een vastgelopen busje te depanneren, en voor overstekende bananen (die worden aan katrollen via kabels over de weg getransporteerd). Pura vida! Waarnemingen: three-coloured heron, house sparrow.
Onder een stralende hemel stappen we in La Pavona over van de bus op het bootje en vertrekken voor een uurtje varen richting Mawamba lodge, met onderweg een drietal central American spider monkey, Jezus Christ lizards, cattle egret, threecolored heron, spotted sandpiper, southern rough-winged swallow en white collared swift. Er zit veel stroming op het water, dat bruin ziet van het meegevoerde sediment. Maar de stuurman vaart probleemloos langs meanders, omgevallen bomen en meedrijvend wrakhout. We varen richting Tortuguero, een klein dorp gelegen op een langgerekte zandbank van een paar kilometer lang en een goeie honderd meter breed, geprangd tussen de lagune en de Caraïbische zee. Onze lodge ligt op diezelfde landtong, net buiten het eigenlijke dorp.
Aan de mawamba lodge worden we opgewacht met een lekkere fruitshake. Verspreid zitten behoorlijk wat green iguana. We krijgen onze kamers toegewezen: twee naast elkaar gelegen hutten met vliegengaas in plaats van ramen, een badkamertje en terras met hangmatten en schommelstoelen. Prima! Na het middagmaal (buffet, lekker) en een eerste plons in het zwembad stapt ons groepje de boot op naar Tortuguero-dorp, waar we een korte rondleiding krijgen van Cyntia en dan op eigen houtje terug richting lodge mogen wandelen. Maar niet vooraleer we kokosmelk recht uit de noot (flets), Costa Ricaanse Fanta (zoeter dan hier en knaloranje) en Imperial (lokaal biertje, best ok) proeven. De lucht zit donker en dreigend tijdens onze wandeling langs de Caraïbische zee terug naar Mawamba, maar we houden het droog. De rest van de namiddag spenderen we in de tuin en het zwembad van de Mawamba-lodge. Waarnemingen Mawamba en Tortuguero: vleermuis spec, Collared araçari, gierzwaluw spec, kolibri spec, great kiskadee, blue gray tanager, great tailed grackle, anhinga, magnificent fregatebird, black vulture, turkey vulture, montezuma oropendola, striped basilisk, green iguana, veel andere hagedissen, giant toad, blue morpho, postman en veel andere vlinders.
Vrijdag 25 juli – Tortuguero
Er staat een vroegmorgenboottocht van 5u30 tot 8u op het programma. De wekker staat op, maar is eigenlijk is het niet nodig: we zijn probleemloos op tijd wakker. Een lekkere kop koffie aan de receptie en dan met ons groepje de boot op. Het zonnetje schijnt en de dieren lijken zich niks aan te trekken van motorgeluid of gebabbel. Het is dus niet nodig om een peddelbootje te reserveren, want je legt er veel minder afstand mee af (het meeste hebben we vrij ver van de lodge gezien) en de beesten zijn er echt gerust op. De stuurman kent z’n vak en heeft een scherp oog (en kent waarschijnlijk ook wel ‘de plekjes’). We krijgen heel mooie waarnemingen van white faced capuchin, mantled howler monkey, central american spider monkey, maar ook green iguana, blue morpho, anhinga, bare throated tiger heron, little blue heron, great egret, green heron, green ibis, black vulture, laughing falcon, northern jaçana, spotted sandpiper, crimson fronted parakeet, red-lored parrot, mealy parrot, great green macaw, rufous tailed hummingbird, blue-gray tanager, green kingfisher, ringed kingfisher, keel-billed toucan, collared araçari, chestnut-colored woodpecker, great kiskadee, great tailed grackle en Montezuma oropendola. En dan moeten we nog aan het ontbijt beginnen.
Na het ontbijtbuffet staat er een korte begeleide wandeling gepland rond de lodge met een bezoek aan de lokale kikker- en vlindertuin. Het is ondertussen behoorlijk warm en zweterig. De aandacht gaat vooral naar een paar planten- en boomsoorten en naar de kikkers en vlinders in de afspanningen. Met de vruchten van een struik (naam vergeten) mogen de meisjes hun lippen rood verven en de jongens indianenstrepen op hun gezicht schilderen. Of beiden natuurlijk. Vogels vliegen er ook wel rond, maar die moet je zelf op naam brengen : blue-gray tanager, rufous tailed jacamar (vlak voor m’n neus op de cacaoboom vlak voor onze bungalow, maar ik had natuurlijk mijn fototoestel niet in mijn pollen, djutoch!), clay colared robin (continu fouragerend rond onze hut), common tody flycather, great kiskadee, great tailed grackle, Montezuma oropendola, black cowled oriole, magnificent fregatebird, bananaquit. Hier en daar ook de gigantische spinnenwebben van de golden orbweaver. Na de wandeling zoeken de kinderen het zwembad op, waar ze verder verbroederen met Meike en Nienke, twee Nederlandse zusjes uit ons groepje.
Vanaf 13 uur kan er aan de receptie gereserveerd worden voor de schildpaddenexcursie ’s avonds. De schildpaddenstranden liggen gewoon voor de deur van de lodge. Er is ruim plaats genoeg, dus geen nood om je te haasten. Er dient cash betaald te worden (30 US dollar per persoon), want het geld gaat handje contantje naar de lokale gidsen en het nationaal park. Visitor payback , beter zo dan dat ze de schildpadden en hun eieren stropen zoals vroeger gebeurde.
Na de lunch maken we een tweede boottocht in het Tortuguero Nationaal Park. Met dezelfde stuurman als deze morgen, hoera! Deze keer in een ander deel van het mangrovebos. We vertrekken droog maar na ongeveer een uurtje begint het te regenen zodat we uiteindelijk kletsnat uit de boot zullen stappen. Als het hier regent, dan valt het met emmers uit de lucht. Grote emmers. Veel emmers. Toch zien we heel wat beestjes, en vaak heel mooi en van dichtbij: Hoffmann’s two-toe sloth, mantled howler monkey, white-faced capuchin, spectacled caiman, double-crested basilisk, black river turtle, anhinga, green heron (van op een metertje, met jongen in het nest), turkey vulture, northern jaçana en de spectaculaire montezuma’s oriole.
We hebben een uurtje tijd om kleren uit te wringen, een douche te nemen en iets droogs aan te trekken. Om 17 uur is er een (verplichte) infosessie over de nachtelijke zeeschildpaddenexcursie. één ding is duidelijk: er wordt niet mee gelachen. Geen foto’s, geen geurtjes, geen lichtgekleurde kleren, geen licht, niet aanraken, niet praten,… regels overtreden betekent zonder pardon van het strand vliegen (de hele groep) en een werkverbod voor de gids voor de rest van het seizoen. Domper op de vreugde: de zeeschildpadden laten op zich wachten dit jaar: sommige nachten is er niks te zien, soms 1 schildpad, uitzonderlijk een paar. Don’t get your hopes up met andere woorden.
Na het dinnerbuffet is het nog enkele uren wachten, want we werden ingedeeld in de late groep van 22 tot 24u. De kinderen doen (begrijpelijkerwijs uitgeput) een dutje, Isa en ik drinken alvast een ‘green turtle’-coctail (vodka, ginger ale, limoen en een flinke scheut kleurstof) op de goede afloop. Om 21u30 worden we ingedeeld in kleine groepjes en vervolgens naar een wachtpost dicht bij het strand gebracht waar zo’n 150 man zit te wachten. Het regent dat het giet (Nog grotere emmers! Nog meer!) maar we zitten gelukkig onder een afdak. Na zo’n drie kwartier zet de hele groep zich in beweging, allemaal naar die ene schildpad die die avond eieren komt leggen. Het is een flink eind stappen, terwijl het hele eierleggen maar een klein uurtje duurt. Geen tijd te verliezen dus, en we soppen doorheen plasjes en plassen. Maar we zijn op tijd! De groene zeeschildpad is net klaar met haar werk als we aankomen. We zien haar in het rode licht van de gidsen van haar nest terugkeren naar de zee. Hoop en al een goeie minuut, maar het blijft indrukwekkend, zo’n mastodont. En dat in een gigantische tropische plensbui met donder en bliksem boven de Caraïbische zee. We zijn allemaal dóór en dóór nat tot op onze onderbroek, inclusief schoenen en jassen. Maar wat zijn we blij met onze schildpad. Doodop vallen we in ons bed. De hele nacht zijn er niet-aflatende regenbuien en gigantische onweders. Het golfplaten dak van onze lodge klinkt als een ratelende trommel. ’s Morgens staat alles blank en regent het nog altijd stevig. Welkom in het regenseizoen.
Zaterdag 26 juli: Tortuguero – Guapiles – La Fortuna de San Carlos (Arenal)
Reisafstand: 226 km, circa 5 uur rijden
Opstaan moet pas om 7u, maar om 5u30 zijn we alweer wakker. Buiten is het nog altijd aan het gieten. Het ontbijtbuffet opent om 7u30, daarna kunnen we de laatste restjes inpakken. Er is veel kletsnat gerief, dat noodgedwongen in plastieken zakken de reistassen in gaat. In de regen stappen we vlugvlug richting boot. Maar kijk, het klaart voorwaar een beetje op en tegen dat we aan boord stappen is de regen opgehouden. De terugtocht naar de bewoonde wereld verloopt helemaal in het droge, en onderweg komen twee central american spider monkeys en een mantled howler monkey ons uitzwaaien. Ook een grote zilverreiger is van de partij. Er is heel veel debiet op de rivieren na de regenval van de afgelopen 18 uur, maar ons zwaar beladen bootje raakt moeiteloos stroomopwaarts.
In La Pavona (een busstation waar iedereen overstapt van boot op bus en omgekeerd) begint het net weer te gieten als we onze bagage naar het afdak dragen. Gelukkig blijft de inhoud van onze reistassen droog. We moeten even wachten op transport voor de terugrit naar Guapilles. Gelukkig komt ons busje er door. Andere groepen hebben minder geluk (wegen te veel onder water voor grote bussen) en moeten met de boot terug naar Tortuguero om van daar uit naar een ander busstation te varen.
In de gietende regen wordt de bagage in de koffer van het busje geladen en we zijn weer weg, terug naar Guapilles. Onderweg: green kingfisher, groove-billed ani’s, koereigers. In de tussenstop van de Mawamba-groep, dezelfde plaats waar we enkele dagen eerder ontbeten, krijgen we onverwacht nog een middagmaal. Een meevaller, want anders moesten we nog zelf iets zien te regelen. Rond het restaurant vliegen en zitten olive-throated parakeet en green-breasted mango. Een keel-billed toucan vliegt over. Na de lunch worden we even verderop naar een benzinestation gebracht waar we onze huurauto ophalen. Er is gelukkig voldoende personeel van Adobe Car Rental aanwezig, dus niemand hoeft te wachten. We nemen afscheid van de Nederlanders uit onze groep (de rest is al met de taxi naar hun hotel in San José terug gekeerd) en vanaf nu is het Costa Rica op eigen houtje, in onze Hyundai Santa Fe, een ruime 4×4 terreinwagen. Het automatisch schakelen is even wennen (die pedaal links is dus niet de ontkoppeling, wel de rem), maar na een paar honderd meter heeft Isa het compleet onder de knie en de rit naar La Fortuna verloopt vlekkeloos.
De voorbije dagen met de groep waren leuk, en het merendeel van de mensen vielen goed mee, maar toch zijn we blij met onze herwonnen autonomie: halt houden aan een winkeltje, stoppen of vertragen voor een beest; vanaf nu kan het weer. En zo zien we onderweg naar La Fortuna één en ander: 1 verkeersslachtoffer northern tamandua, muscovy duck (tam wellicht), red-winged blackbird, gray-headed chachalaca, snowy egret (10tallen in boom), black vulture, roadside hawk, groove-billed ani, white-collared swift en een palmtanager. De hemel is ondertussen een beetje uitgeklaard. Er valt geen druppel regen meer, de zon komt piepen, en uiteindelijk wordt het zo helder dat recht voor ons de Arenal opdoemt, een vulkaan die doorgaans door wolken aan het zicht onttrokken blijft.
Ondanks de enthousiaste ontvangst van uitbater Milton (inclusief Imperial) valt zijn afspanning, ‘hotel La Casona Rio Fortuna’, op zo’n drie kilometer buiten het stadje La Fortuna, een beetje tegen. Charme en authenticiteit allemaal goed en wel, maar geen handdoeken, een kapot slot op de kamerdeur, vuile lakens, doorgelegen matrassen, slechts 1 van de vier douches die werkt, een wc-deur die niet op slot kan en een weelde aan schimmels in de douches duidt eerder op gebrekkig onderhoud dan op authenticiteit. Maar we laten het niet aan ons hart komen, ’t is maar voor twee nachten. Op de gang zitten enkele house gecko. Gelet op de kieren en spleten overal zitten die ongetwijfeld ook op de kamer. ’s Avonds eten we tussen locals en toeristen een smakelijke pizza in ‘Restaurante, Pizzeria y Soda La Parada’ in La Fortuna city, een stadje van zo’n 5000 zielen dat in het verleden bijwijlen al eens door de Arenal vulkaan (7 kilometer verderop) overspoeld werd. Living on the edge! Emma heeft nog plaats voor een ijsje en wordt bedacht met een grote coupe lekker vanille ijs. Iedereen is moe, dus we zitten weer op tijd in ons bed.
Zondag 27 juli: La Fortuna de San Carlos – Arenal
Ik ben al wakker om 5u30. Iedereen slaapt nog, dus na een douche in die ene werkende cabine sluip ik stilletjes naar buiten om wat naar vogels rond te neuzen. Ver geraak ik niet: op het gelijkvloers heb je van uit de eetzaal een mooi uitzicht over de vallei van de Rio Fortuna en bovendien staat er ook een voedertafel met wat fruit. Ik installeer mij aan een tafel, fototoestel en vogelgids in de aanslag. Een flinke groep black-bellied whistling-duck vliegt voorbij, wood stork vliegt op en af. Verder is er bezoek van crested caracara, white-tipped dove, ruddy ground dove, clay-colored robin, black-cheecked woodpecker, hoffmann’s woodpecker, rufous-winged woodpecker, southern rough-winged swallow, green kingfisher, olive-backed euphonia, yellow-crowned euphonia, yellow-throated euphonia, great-tailed grackle, red-legged honeycreeper, blue-gray tanager, buff-throated saltator, black-headed saltator, streak-headed woodcreeper, groove-billed ani, red-throated ant tanager, passerini’s tanager, green heron, great egret, osprey, neotropic cormorant, red-winged blackbird, common tody flycatcher, house wren, black vulture en turkey vulture. In de boom naast het hotel zit een variegated squirrel.
De rest van ons gezin druppelt naar beneden en geniet mee van het heen en weer vliegend gevogelte. Na het ontbijt maken we een wandeling langs de Rio Fortuna, maar we raken niet zo ver door de modderige oevers. Daarna maken we een kort ritje in de omgeving en zien o.a. Thick-billed seed-finch, grote zilverreiger en northern jaçana.
We doen inkopen in de supermarkt in La Fortuna en rijden verder richting Arenal vulkaan tot aan ‘Termales Los Laurales’, een warmwaterbronnen-waterpretpark waar we de hele namiddag blijven zwemmen en picknicken. Tip: draag een zwemshort, een korte zwembroek is in Costa Rica blijkbaar een beetje belachelijk (been there, done that). Af en toe krijgen we een mooi zicht op de vulkaan als de wolken rond de top even optrekken. Er zitten niet zo veel vogels (Red winged blackbird, black vulture, rufous tailed hummingbird en rufous-collared sparrow), maar des te meer steekbeesten. Op een klein vlaagje net na het ontbijt na blijft het de hele dag droog. ‘s Avonds gaan we opnieuw eten in de pizzeria op La Fortuna dorpsplein. ’t Moest maar zo lekker niet zijn.
Maandag 28 juli: La Fortuna – Arenal National Park – Monteverde
afstand: 120 km, 4 uur rijden
Er is opnieuw de voedertafel bij het ontbijt. Grote zilverreiger, spotted sandpiper, green kingfisher, wood stork, ruddy ground dove, hoffmann’s woodpecker, bananaquit, streak-headed woodcreaper, blue-grey tanager,olive-backed euphonia, yellow-crowned euphonia, yellow-throated euphonia, passerini’s tanager, clay-colored robin, rufous tailed hummingbird, great kiskadee,…
Na het ontbijt pakken we onze koffers (een deel van de kleren is door de hoge luchtvochtigheid nog steeds nat, ondanks twee dagen aan de wasdraad) en vertrekken richting Monteverde nevelwoud, met onderweg nog een uitgebreide stop in het Arenal National Park op het programma. “Mooie uitzichten en veel vogels waaronder toekan” zo beweren de boekskes, we zijn benieuwd! We stoppen eerst nog bij een bank in La Fortuna, maar -ATM Kaput- worden doorverwezen naar een andere bank. Zelfde verhaal in het eerste tankstation dat we aan doen -Regular is finish-, maar in een ander worden we wel bediend, inclusief ruitenwas. En dan hop, snel naar het Arenal National Park.
Even voorbij de ingang is een parking van waar verschillende trails vertrekken. We kiezen, zoals wellicht nagenoeg iedereen, voor ‘Las Coladas’, een wandeling door het bos met op het eind een panoramiekske op de vulkaan. Wat beestjes betreft is dat traject wel een beetje een teleurstelling (te druk?) met, op een paar vogels (yellow billed cacique, gray-crowned yellowthroat) na, nagenoeg niks te zien. In plaats van dezelfde route terug te wandelen keren terug langs ‘El Ceibo’ het onderste pad en daar is het veel rustiger. En jawel: we zien er ook één en ander. Het begint met een keel-billed toucan, met een beetje verder een troepje white faced capuchin die op hun gemak fourageren in de bomen naast het pad. Een beetje verder komen we bij een gigantische woudreus (El Ceibo) waar een aantal great white-lined bats rusten. Vlak bij zit ook een (zeldzame) great curassow, en een gelijkende maar gevlekte vogel (niet terug te vinden in de vogelgids, misschien een juveniele great curassow?) scharrelt door het struikgewas.
Mooi. Maar vijftig meter verder wordt het nog mooier: een northern tamandua loopt minutenlang parallel naast ons net naast het wandelpad, om tenslotte op een metertje voor onze neus het pad over te steken. Hij zit zo dichtbij en beweegt zo vlug dat er amper een goeie foto van te maken valt. Maar wát een mooie waarneming, iedereen is er van onder de indruk.
Bovenop dat alles krijgen we nog een red tailed squirrel, hópen vlinders, veel hagedissen, een koppel white-throated magpie-jay (wie verzint die namen toch ?) en een squirrel cuckoo te zien. Dik in orde alweer. Terug aan de auto eten we een boke (helaas enkel voorverpakt wattekesbrood te krijgen in Costa Rica) op de parking om kort na de middag verder te rijden richting Monte Verde, langs het Arenal meer, via Tilarán. Het landschap verandert geleidelijk van tropisch woud naar een soort alpenweide met verspreide bosjes.
De aangekondigde hobbelbaan valt in de praktijk goed mee. De gemiddelde snelheid ligt rond de 40 km/u. We doen een stopke onderweg in lokaal café Bar restaurant El Bambu, op vijf km van Candelaria. Mits enige spraakverwarring concludeert de cafébazin dat haar vers gezette koffie niet in de smaak valt, maar dat misverstand wordt snel recht gezet, want hij is prima, zoals in heel Costa Rica. Gelukkig maar, want het blijkt lokale productie te zijn. De dorpseer stond op het spel! En inderdaad, op onze rit verder naar Monteverde komen we langs een aantal koffieplantages.
Waarnemingen tijdens de rit: white winged dove, blue crowned motmot, montezuma oropendola, great tailed grackle, red winged blackbird, white collared swift. Vier uur later komen we aan in Santa Elena. De Monteverde cloud forest lodge ligt buiten het stadje, anderhalve kilometer diep het nevelwoud in. De laatste kilometer er naartoe gaat klimmend en dalend doorheen het woud, met uitgesleten geulen, putten en bulten op de weg. Echt heel mooi. Ook de lodge zelf is prachtig met ruime kamers, lekker eten én coctails. De aanwezige haardrogers komen goed van pas om onze wandelschoenen die binnenin nog steeds nat zijn van de schildpaddentocht droog te blazen.
Bij het ontwaken ’s morgens staat er een behoorlijk onstuimige wind. Hopelijk strooit die geen roet in het eten voor onze geplande tocht op de ‘Selvatura hanging bridges’, een parcours van hangbruggen doorheen het nevelwoud. Het is zwaarbewolkt, maar voorlopig droog. Het ontbijt laat zich weer smaken, maar verloopt enigszins geanimeerd gezien de opeenvolgende passage van een central american agouti, een white-nosed coati, twee soorten kolibri’s (violet sabrewing en green violet ear) en een palm tanager. Mogelijk dat ons enthousiasme voor al dat gedierte aan de naburige tafels voor enig oogrollen zorgde, niet iedereen is ’s morgens om zeven uur al goed wakker natuurlijk. Wij wel.
Om 8 u staan we aan het nevelwoud van Selvatura voor een wandeling van een paar uurtjes over hangbruggen en smalle paden, zowel door de toppen als bij de stam van de bomen. We zijn nagenoeg de eerste bezoekers dus het is nog erg rustig. Jammer genoeg ook bij de dieren… Het begint nochtans goed: white-nosed coati, een ondetermineerbare kolibri, purple-throated mountain gem, slate-throated redstart, black breasted wood-quail. Verderop langs het traject af en toe nog een paar vogels (black-and-yellow silky-flycatcher v., common bush-tanager, boomkruiper spec., ) maar al bij al is er weinig te zien. Bovendien is het zwaar bewolkt met constante miezer à regen (tja, nevelwoud…).
Tegen het eind van onze wandeling is het behoorlijk stevig aan het regenen, dus veel animo op nog een andere activiteit daar boven is er niet. We besluiten terug af te dalen naar Santa Elena, en komen zo in beter weer terecht. Tegen dat we aan het supermarktje van Santa Elena aankomen voor wat aankopen (turkey vultures boven de parking) schijnt het zonnetje alweer. Maar rond de bergen waar we net waren blijft het potdicht zitten. Terug aan de lodge hebben we nog tijd voor een kleine wandeling. Het zonnetje schijnt, en we kiezen voor de kleine trail die pal tegenover onze bungalow start. Een lusje van hoop en al anderhalve kilometer doorheen het nevelwoud. We zijn met moeite honderd meter ver gevorderd of we botsen op een klein groepje crested guan en , jawel, 2 mannetjes en 1 vrouwtje resplendent quetzal. Dé doelsoort voor al wie vogels wil zien in Costa Rica. Ze blijven rustig zitten en wat heen en weer scharrelen, al blijft het moeilijk om ze mooi in beeld te krijgen in de dichte boomkruinen. We vervolgen onze tocht en vinden nog twee soorten glasvlinders, rufous-collared sparrow en yellowish flycatcher.
Tijdens de picknick aan onze kamers krijgen we het gezelschap van twee assertieve neusbeertjes en een troep van een zestal brown jay die bessen komen plukken uit een struik. In de boompjes zit een opvallende soort wandelende tak. Die wil ook wel even op Emma en op Isa neerstrijken. Emma en Isa willen dat liever niet.
Terwijl de kinderen een strip lezen, zeeslag spelen en wat uitblazen op de kamer drinken we een lokale koffie in de bar van het hotel. Een vrouwtje green crowned brilliant en mannetje violet sabrewing komen af en aan naar het suikerwater. Boven de heuvels staat een regenboog. Ik val in herhaling: het is hier mooi.
In de namiddag wandelen we de ‘avocado trail’ en de ‘creek trail’ rond de lodge. We komen een grote maar schuwe groep neusberen tegen, inclusief kleintjes. Ook een alfaro’s pygmy squirrel, red tailed squirrel, agouti, een vrouwtje resplendent quetzal, helicopter damselfly, duizendpoten, vlinders, spinnen …
De kinderen kiezen voor pizza als avondeten, dus zakken we af tot aan een kleine pizzeria net terug in Santa Elena-dorp. De pizza is lekker (al vinden de jongens het té veel ajuin). Enige stoorzender is de over-attente ober die rond de tafel zwermt met te weinig om handen en die zo om de tien minuten komt vragen of we écht niks nodig hebben. Terug in de lodge is het weer inpakken geblazen, want morgen trekken we alweer verder, naar het Manuel Antonio National Perk.
Woensdag 30 juli: Monteverde – Manuel Antonio
Reisafstand: 200 km, circa 4 uur rijden
’s Morgens staat er opnieuw een stormachtige wind en regent het wat. De neusbeer is weer present, evenals twee red billed pigeons, een clay colored robin en yellow faced grasquit. Het ontbijt (krek hetzelfde als gisteren) wordt opgevrolijkt door een stripe tailed hummingbird.
Na het ontbijt vertrekken we in de miezerregen zuidwaarts richting Manuel Antoinio. Het eerste uur staat onverharde putten-en-bulten-weg op het programma. We stoppen af en toe, o.a. voor een variegated squirrel, een heel grote hagedis en een groep zwaluwstaartwouwen die zich uitgebreid laten bewonderen. En voor uitgebreide wegenwerken ook, er is voorwaar file! Maar ook hier ‘pura vida’: iedereen stapt uit en doet een klappeke tot we weer verder kunnen.
Tijdens het afdalen stijgt de temperatuur van 18°C tot 33° en komen we in een stralende zon terecht. We zien ook een brulaap, gewoon ergens bij een bosje ergens onderweg. We gooien de benzinetank vol net voor we de interamericana oprijden en vanaf daar gaat het gezapig richting Manuel Antonio. Aan de beroemde brug over de Rio Tarcoles stoppen we voor de American Crocodiles. Deze stop is ook berucht voor de frequente auto-inbraken, maar een lokale pépé wil voor een halve euro met plezier over onze auto waken. Onder de brug liggen een paar tientallen kolossen te zonnebaden in het gezelschap van een troep zwarte gieren. Aan de voet van een brugpeiler zit een purperkoet en een green heron. In de lucht duikelen zwaluwen op en neer, een crested caracara vliegt voorbij.v
Op zo’n 50 km voor Manuel Antonio stoppen we ook nog eens voor een drankje in ‘restaurante Rancho Tipico’ met –ahum- charmante bediening. Dat levert nog een great blue herron op. We komen langs stukjes woud maar ook langs landbouwzones (met ossenkarren!) en zelfs kilometers lange palmplantages. Verder onderweg ook nog black-bellied whistling-duck, koereigers, brown pelican en fregatvogels.
Manuel Antonio is echt wel een drukke badplaats op het eerste zicht, met kilometer aan een stuk een aaneenschakeling van hotels en resorts, letterlijk tot aan het hek van het National Park. Wij verblijven in Hotel Villa Bosque, op zo’n 100m van de zee en zo’n 150m van het park. Het is rond 15 uur als we aankomen. Het is broeierig warm. Van zodra onze reistassen in onze kamer staan plonzen we het zwembad in. Na een kort zwemmeke wandel ik nog eens tot aan de ingang van het park, dat net dicht gaat. Onderweg zie ik een paar vogelsoorten, onder andere yellow-headed caracara, cherrie’s tanager, inca dove, pale-vented pigeon, smooth billed ani, en ook een mooie spiny-tailed iguana bovenop het dak van een barrakske.
Bij mijn terugkeer is iedereen uit het zwembad geraakt, en we hebben nog tijd voor een bezoek aan het strand, waar de kinderen de golven van de Grote Oceaan te lijf gaan. Dolle pret! En wat een prachtig strand… White ibis is hier algemeen, fregatvogels vliegen hoog boven onze hoofden noordwaarts. boven de golven af en toe een brown pelican. Strandstoefertjes en surfvolk, een busje hippies en wat verkopers van prullaria, ’t is hier precies een beetje Dahab. Op de palmen langs het strand maakt een troepje orange-chinned parakeet lawaai. Alweer een fantastische plek.
Op de terugweg naar het hotel krijgen we nog de kers op de taart voor deze dag: een grote groep doodhoofdsaapjes en enkele capucijnapen.
Alsof het niet op kan gaan we nog een keertje zwemmen. Ondertussen is het donker geworden. Op de muur bij onze slaapkamers duikt een house gecko op. We willen graag naar het strand om daar iets te eten in een van de restaurantjes, maar net op dat moment breekt er een serieuze regenvlaag uit. De regenvlaag wordt een kletterend onweer, dus toch maar niet naar het strand voor het avondeten. Gelukkig is er aan het hotel ook een restaurant, en dat blijkt een grote meevaller: heel lekker (en ook wel heel erg veel), en voorwaar met frietjes in plaats van de dagelijkse rijst!
Het is nog altijd lekker warm, dus duik ik met de kinderen nog een laatste keer in het zwembad. Daarna nog wat voetbal en een idioot spel-zonder-grenzen-ding op de TV alvorens te slapen. de wekker staat op 6u15, om op tijd in het park te zijn.
Donderdag 31 juli: Manuel Antonio
We zijn vroeg uit de veren. Op de elektriciteitsdraden naast het balkon zitten al twee Inca duifjes en een pale-vented pigeon paraat. We passen voor het ontbijt in het hotel en nemen ons picknickgerief mee voor een ontbijt op het strand. Gepakt en gezakt (slightly overdressed qua schoeisel zal blijken, teensletsen in plaats van bottinen waren beter geweest) trekken we naar de ingang van het nationaal park, dat officieel om zeven uur opent. We zijn een paar minuutjes te vroeg aan het loket, maar kunnen toch gelijk onze tickets kopen; vriendelijk van die mens. We zijn – voor de verandering – de allereersten die het park binnen gaan. Een onduidelijke kolibri (vermoedelijk violet-crowned woodnymph snort voorbij. Een chestnut-backed antbird laat zich wat beter bekijken. Iets verderop ligt/hangt/zit een troep slapende brulapen in een boom. Aan het eerste strand (Playa Manuel Antonio) installeren we ons in de schaduw van een manzanillo-boom. We hebben het hele strand voor ons alleen. Ondanks het vroege uur is het al behoorlijk warm, de kinderen gaan voor de eerste zwembeurt van de dag. Ik slenter ondertussen wat verder langs het strand en ontdek hoog in een boom een tweetenige luiaard.
Terwijl de rest (na even naar de luiaard gekeken te hebben) blijft zwemmen doe ik de ronde trail rond de Punta Cathedral. Het is ondertussen ruim 35 graden en het pad is ferm stijl. Zweten geblazen, zo met een rugzak fotogerief van 10 kilo op de rug. Ik bots op een groepje van een viertal Agouti’s, en boven de zee vliegen pelikanen, witte ibis, brown booby en fregatvogels. Op het wandelpad dat deels tussen de bomen loopt zitten zwarte gier en volop vlinders (oa banded owl butterfly), heremietkreeften en wenkkrabben. Terug aan het strand kan ik ook wel een frisse duik in de oceaan gebruiken.
Terwijl de rest (na even naar de luiaard gekeken te hebben) blijft zwemmen doe ik de ronde trail rond de Punta Cathedral. Het is ondertussen ruim 35 graden en het pad is ferm stijl. Zweten geblazen, zo met een rugzak fotogerief van 10 kilo op de rug. Ik bots op een groepje van een viertal Agouti’s, en boven de zee vliegen pelikanen, witte ibis, brown booby en fregatvogels. Op het wandelpad dat deels tussen de bomen loopt zitten zwarte gier en volop vlinders (oa banded owl butterfly), heremietkreeften en wenkkrabben. Terug aan het strand kan ik ook wel een frisse duik in de oceaan gebruiken.
Na de middag, met een iets beperktere maaltijd dan voorzien (ahum), keren we terug naar het eerste strand omdat het zeebriesje daar voor wat verkoeling zorgt. Het strand is al heel wat drukker dan deze morgen, maar wasberen, leguanen en capucijnapen trekken zich daar weinig van aan. Vogels zijn er niet te zien. Misschien is het hen te warm?
Rond 14 uur, na 7 uur zon, zee en strand houden we het voor gezien en keren terug naar ons hotel. Op de terugweg spot lander een drietenige luiaard die, in tegenstelling tot de tweetenige van deze morgen, wel een beetje actief is. Een mooie afsluiter van ons bezoek aan het National Park. Aan het hotel zoeken we wat verkoeling: de airco in de kamer gaat een half uurtje op, we plonzen nog maar eens het zwembad in en drinken een frisse fanta / imperial / watertje. We zijn allemaal in min of meerdere mate verbrand van de schroeiende zon, ondanks het herhaaldelijk insmeren. Gelukkig is het bij niemand te erg, al blijft vooral Kobe nu toch best uit de zon met z’n billen en schouders.
De zon is nu al wat milder en we zijn wat uitgerust. Tijd om nog eens naar het strand te trekken, want de kinderen willen graag nog eens de stevige golven op de playa Espadilla Norte te lijf gaan. Ze kopen er ook wat souvenir-snuisterijen. Op de terugweg zijn de doodshoofdaapjes weer van de partij. Verder zien we nog smooth billed ani en orange-chinned parakeet. ’s Avonds eten we, aangezien het gisteren zo goed meegevallen was, opnieuw in het hotel. En ook deze keer blijkt het een goede keuze.
Vrijdag 01 augustus: Manuel Antonio – Puerto Jimenez
Reisafstand: 215km, ca. 4 uur rijden
Vandaag gaan we op weg naar Puerto Jimenez, helemaal in het zuiden van het Osa Peninsula schiereiland, voor een tussenstop van één nacht vooraleer we doorsteken naar Corcovado National Park. Corcovado is te moeilijk te bereiken om de rit op één dag te doen. Aanvankelijk was ‘Lapamar ecolodge’ voorzien als hotel, maar die sloten de deuren in de loop van 2014. Travelnauts stelde als alternatief de Danta Corcovado Lodge voor. We zijn benieuwd!
We slapen uit tot 7u30, ontbijten aan de boulevard langs het strand en doen nog wat inkopen. Boven zee vliegt een bruine pelikaan. We pikken de auto op aan het hotel en rijden naar het zuiden. Onderweg zien we roadside hawk, veel duiven en zwaluwen, black-bellied whistling-duck, koereigers, white tailed kite, zeer veel gieren, fregatvogels, chestnut mandibeld toucan en verschillende kleine groepjes zwaluwstaartwouw. Kort na de afslag op de Osa Peninsula stoppen we voor een drankje met mooi uitzicht: palm tanager, variable seedeater, mangrove swallow, ruddy ground dove, white tipped dove, yellow-headed caracara, white ibis. Bij het tweede winkeltje dat we aan doen, vlak bij de aankomstplaats, tikken we nog een pot Nutella op de kop. Altijd handig voor bij het ontbijt voor de kinderen.
We komen in de vroege namiddag aan bij de Danta Corcovado lodge, een nagenoeg volledig uit lokaal gewonnen hout opgebouwde lodge waar de nodige creativiteit aan te pas kwam. “Dankzij het open concept van de kamers kunnen gasten genieten van de exotische regenwoud – u zult echt het gevoel dat u de nacht doorbrengt in het midden van de jungle.” beweerden ze in de documentatie van Travelnauts. Er is niks van gelogen.”open concept” is overigens vrij letterlijk te nemen: in onze slaapkamer zit een vleermuisje te slapen. Die vertrekt straks wel als het donker wordt.
We maken een klein wandelingetje in de buurt, via grindpaden en knuppelpaden tot aan een lagune iets verder in het woud. We zien onder andere orange billed sparrow, cherrie’s tanager, fierie-billed aracari, koereigertjes, en heel veel hagedissen (o.a. golfo dulce anole). Vlak bij de receptie heeft een stripe throated hermit zijn nestje.
We zoeken de bar op voor het aperitief. Met een ijskoud pintje, de vogelgids en fototoestel in aanslag en zicht op het regenwoud is het aangenaam vogels kijken. Een paar gray necked woodrail komen op hun gemak voorbij gewandeld.
Om 18u is het alweer potdonker. We maken nog een kort ‘nacht’wandelingetje voor het avondeten. Op de parking zit common pauraque (een nachtzwaluw), en langs het knuppelpad ontdekken we de schitterende red-eyed tree-frog. Overal in het woud knipperen de lichtjes van vuurvliegjes en glimwormen en klinken heel veel geluidjes van kikkertjes, insecten en wie weet wat nog meer, met op de achtergrond rommelende donder. “Midden in de jungle”, absoluut! We schuiven aan voor het avondeten, er is keuze tussen lasagne en kip, beide zijn heel lekker.
Zaterdag 02 augustus: Puerto Jimenez – Carate
reisafstand: ca 2 uur vanaf Puerto Jimenez
Om zes uur ben ik wakker. In het quasi-donker neem ik een douche in de open badkamer, maar ik krijg geen beestjes op bezoek. Ik weet niet of ik daar blij of teleurgesteld om moet zijn. Om half zeven glip ik naar buiten, de jongens slapen nog, en ik vermoed dat het in de meisjeskamer niet anders zal zijn. In het bos, vlak bij de keuken, snuffelt een hispid cotton rat rond. Ik krijg een kop verse koffie van de kokkin die druk doende is met het ontbijt en wandel wat rond in de buurt van de lodge. Een agouti, cattle egrets, mannetje en vrouwtje cherrie’s tanager, white tipped dove, gray-chested dove, golden-naped woodpecker, red lored parrot, stripe-throated hermit, long billed hermit, ruby-throated hummingbird vrouwtje, golden hooded tanager, en vrouwtje orange collared manakin.
Het inpakken is gauw afgerond en na het ontbijt vertrekken we om 9u20 naar basecamp la Leona, waar we onze auto en een deel van de bagage zullen achterlaten en te voet verder moeten. We worden er verwacht rond 12u. Normaal gezien is er ruim tijd genoeg, al is het vanaf Puerto Jiminez off-road en dus op’t gemakske. Maar dat is zonder de beestjes gerekend. We zijn amper een kilometer ver als we al een stop achter de rug hebben voor roadside hawk, en voor een red breasted blackbird. Weer een paar honderd meter verder gaan we alweer op de rem: 6 scarlet macaw vliegen over en landen wat verderop in de kruin van een paar bomen waar ze zich rustig laten bekijken. Na Puerto Jiminez gaat het van kwaad naar erger, om de haverklap zijn er beestjes te zien. De opvallendste: lineated woodpecker, roadside hawk, red tailed squirrel, smoothbilled ani, ringed kingfisher, yellow headed caracara, red rumped woodpecker, turkey vulture, king vulture, mangrove swallow, neusbeer, white ibis, great egret, cattle egret, crested caracara en chestnut mandibled toucan.
We vorderen met al die stops zodanig traag dat we voorbij gestoken worden door een overladen brommerke met daarop een voltallig vijfkoppig gezin. We zitten ondertussen echt wel wég van de bewoonde wereld. De weg wordt slechter, de 4×4 staat permanent op. We rijden door beken en riviertjes, door putten en bulten, steile hellingen op en af, over gammele brugjes en dwars door indrukwekkende stukken woud.
We komen aan bij het base-camp in Carate om 10 voor 12. Van goed gemikt gesproken. We parkeren de auto, zetten onze bagage af bij ‘de man met het paard’ (die brengt de bagage later in de namiddag met paard en kar tot aan de lodge) en zetten onze wandeling in van ruim een uur langs het strand richting Corcovado national park.
Het is rond de 32 graden, droog en gelukkig ook bewolkt. In volle zon zou deze wandeling echt wel zwaar uitvallen. Onderweg zien we enorm veel ara’s (+100), grote en kleine groepjes brown pelican, mangrove black hawk, één brown booby en een yellow-headed caracara.
Ruim een uur later komen we aan in La Leona. We worden ontvangen met een versgeperst ananassapje en krijgen ook ons verblijf voor de komende dagen toegewezen: een houten platform met daarop een soort binnentent, afgedekt met een stevig afdak. De achterliggende badkamer is half open, als het regent hoef je niet eens de kraan open te zetten om te douchen. We mogen gelijk aanschuiven voor het middageten. Een spider monkey komt langs. Tijdens het eten begint het te regenen, wat overgaat in gieten om uiteindelijk nog wat harder te gieten. Halverwege de middag komt er vanuit het regengordijn een groep gasten aan in de lodge, helemaal doorweekt tot op het bot. Hebben wij even geluk gehad voor onze trip!
De paardenkar met bagage komt ook aan, gelukkig alles goed ingepakt in stevige plastieken zakken. De man met het paard blijft stoïcijns onder de regen. Gewoon even zijn rubberlaarzen leeggieten en klaar is kees. Het blijft de hele verdere namiddag en avond gieten, dus blijven we in onze tent, in de refter en in de bar rondhangen. Dit is eigenlijk de eerste keer dat de regen roet in het eten strooit, moet kunnen in het regenseizoen. Kobe, en in mindere mate Lander hebben last aan hun oor. Hopelijk geen oorontsteking! Als het donker wordt duiken er enkele reuzenpadden op die samen met een klein bruin kikkertje eten van de vele honderden motten die op de lampen af komen. Na het avondeten gaan we vrij vroeg slapen terwijl het blijft regenen en onweren. Er is geen elektriciteit in de tenten, wel zijn er kaarsen ter beschikking. Het lawaai van de regen op het golfplaten dak en de woeste branding van de Stille (pfeh!) Oceaan is oorverdovend, een diepe slaap zit er niet echt in.
Zondag 03 augustus: Carate, Corcovado National Park
Hoera! In de vroege ochtend is het gestopt met regenen! Bij het ontwaken hebben Kobe, en in mindere mate Lander, jammer genoeg veel last van hun oor. De dichtstbijzijnde dokter is in Puerto Jiminez, uren heen en terug langs de brokkelweg en wie weet hoe lang wachten in de wachtkamer… Maar de baas van de lodge weet raad: eerst een paar Jungle-medicine-pogingen met een brandende toeter krantenpapier in het oor om onderdruk te creëren en zo het oor te ‘ontstoppen’. Die pogingen halen jammer genoeg niks uit. Vervolgens hetzelfde principe, maar dan met een brandende sigaret. Evenveel effect. Gelukkig heeft de man in zijn medicijnkast ook goeie oordruppels tegen oorontsteking ter beschikking (met antibiotica, bij ons enkel op doktersvoorschrift, daar vrij verkrijgbaar) en kunnen we terugvallen op klassiekere geneeskunde. Na de drukke voorbije dagen, en ook wel gezien de oorpijn van de jongens, doen we vandaag wat rustig aan met enkele kleine wandelingetjes in de buurt. Bovendien is het in de zon echt wel bakkend warm, wat de ambitie voor grote wandelingen ietwat tempert.
Op het strand, net voor onze tent heeft de regen van de afgelopen nacht het nest van een zeeschildpad open gespoeld. Twee kalkoengieren en een yellow-headed caracara maken korte metten met de eieren. Zonde als je weet hoe bedreigd die zeeschildpadden zijn. Later stikt het rond het nest van de heremietkreeftjes die de laatste restjes van de eieren op komen eten. We wandelen tot aan de lagune, een hondertal meter verderop, die de grens vormt van het eigenlijke Corcovado National Park. We horen brulapen in het aangrenzende woud, zien bruine pelikaan, zwarte gier, kalkoengier, house wren, blue-gray tanager, black striped sparrow, common basilisk, spiny-tailed iguana, green-and-black poison dart frog, libellen, vlinders, krabben, mangrove black hawk, scarlet macaw, green king fisher en black hooded antshrike.
Na het middageten en een koffietje wandelen we via een smal pad dat parallel aan het strand loopt tot aan Carate en weer terug via het strand. Lander en Emma gaan niet mee en blijven in de tent strips lezen en gezelschapspelletjes spelen. Mantled howler monkey samen met central American spider monkey, red tailed squirrel, common basilisk, slang spec., green-and-black poison dart frog, banded owl butterfly, halloween crab, hermit crab, brown pelican, black vulture, mangrove black-hawk, yellow-headed caracara, scarlet macaw, masked tityra, riverside wren, black throated trogon, golden naped woodpecker, black hooded antshrike.
’s Namiddags ziet Emma nog een grote slang in de tuin van de lodge, maar ze is al verdwenen tegen dat ik er ben. Bij de lagune zijn we getuige van de verhuis van een opengespoeld nest van een ‘olive ridley zeeschildpad’. Rond 17u begint het weer te druppelen om over te gaan in gietende regen met donder en bliksem. We hebben geluk gehad met het weer vandaag. ’s Avonds komen de reuzenpadden weer het restaurant opkuisen van klein gedierte.
Maandag 04 augustus: La Leona, Corcovado N.P.
Opstaan om 6u met ontbijt om 6u30 voor een wandeling in het Corcovado National Park (gids verplicht!) om 7u. Van zodra we de kreek oversteken vinden we sporen van atlantic green turtle en een beetje verder sporen van baird’s tapir. De wandeling loopt parallel met het strand. Regelmatig moeten we beekjes over en twee keer door een riviertje waden (schoenen uit!). In totaal zijn we 5 uur onderweg, het is warm maar iedereen (ook de vier kleintjes van het Nederlands gezin dat met ons mee stapt) doet het zonder morren. Op de heenweg zien we relatief weinig, op de terugweg (heel) wat meer: Een northern tamandua leek het even op Isa gemunt te hebben want kwam recht op haar af om haar vervolgens straal te negeren en gezwind een boom in te klimmen.
Een troep Central american spider monkeys laat zich heel dicht benaderen, al trekken ze wel behoorlijk lelijke bekken naar ons. Een kakbombardement zoals gisteren blijft evenwel achterwege. Een geknakt bananenblad verraadt de aanwezigheid van een (jamaican?) fruit eating bat, deze vleermuizen knagen de hoofdnerf van een bananenblad door om zo hun eigen afdakje te vormen. Verder nog red tailed squirrel, common basilisk, central american ameiva, green-and-black poison dart frog, halloween crab, hermit crab, een koppel great curassow die we nog kennen van in het Arenal National Park, tientallen brown pelican, bare-throated tiger heron, turkey vulture, mangrove black hawk, yellow headed caracara, spotted sandpiper, scarlet macaw, een hele mooie crested owl, yellow-bellied elaenia, black throated trogon, black hooded antshrike, house wren, white throated shrike tanager, cherrie’s tanager en bananaquit. Niet slecht geboerd.
Bij het middagmaal deze keer, o consternatie, geen rijst! In plaats daarvan een smakelijke spaghetti met een slaatje. Maar als dessert krijgen we wel rijstpap. Een maaltijd zonder rijst is niet compleet in Costa Rica.
De namiddag vullen we met een douche en/of middagdutje, een koffietje en wat rondslenteren rond de lodge. Aan de hemel staat alweer een stralende zon en het is weer bakkend heet. In de late namiddag zorgt een troep spider monkey door vlak bij de keuken van de lodge fruit te komen zoeken. Bij valavond maken we nog een korte hike bergop, maar het wordt algauw te donker om nog veel te zien. Wel nog een aantal green and black poison dart frog en een spider monkey. De jongens hebben nog steeds last aan hun oren, volgens een Nederlands koppel huisartsen die ook in de lodge verblijven is het een ontstoken gehoorgang (pijn maar geen koorts), en is dat een typisch gevolg van vervuilde hotelzwembaden. We hoeven ons geen zorgen te maken: de druppels die ze krijgen zijn prima . Zijn we ook weer gerust.
Dinsdag 05 augustus: Carate – Puerto Jimenez – San Gerardo de Dota
reisafstand: 260km, 5 uur rijden
Vandaag keren we terug tot aan Puerto Jimenez (ca. 3 uur: 1 uur wandelen en dan nog 2 uur brokkelbaan) en vanaf daar nog een paar uur asfalt malen tot aan de afslag naar San Gerardo de Dota om daar weer off-road te gaan. De man met het paard komt om 07.00 uur de bagage ophalen, dus het is weer vroeg opstaan geblazen. Gelukkig hadden we de dag daarvoor de meeste bagage al gepakt. Het is alweer een stralende dag. Het oor van Kobe en Lander is eindelijk aan de beterhand, de druppeltjes beginnen te werken.
Na het ontbijt wandelen we op het gemak terug naar de auto. We zien nog enkele laatste groepjes brown pelican. Het weer zit ons weeral mee. Het is behoorlijk warm onder het stralend zonnetje, dus we nemen het pad parallel aan het strand tussen de bomen. Daar heb je bovendien ook meer kans om nog iets te zien. Scarlet macaws kruisen af en toe ons pad, we vinden er ook enkele staartveren en slagpennen van. Die gaan mee de rugzak in. Verderop nog een red-tailed squirrel, riverside wren, black throated trogon en cherrie’s tanger.
Aan het vliegveld kiezen Isa en Kobe voor het strand tot aan de basecamp, Lander Emma en ikzelf gaan via het pad naast het vliegveldje terug waar we nog variable seedeater zien. Kobe gaat bij een grote golf bijna de zee in en komt kletsnat en onder het zwarte zand aan bij het basecamp. Gelukkig kan hij daar nog gauw douchen en droge kleren aantrekken. Onze bagage staat klaar, alles gaat de koffer in en we zijn helemaal klaar voor de lange rit naar San Gerardo de Dota.
Het eerste stuk tot aan Puerto Jiminez moet de 4×4 op. Dat is nodig, want door de regen van enkele dagen terug staan de riviertjes en beken wat hoger en is er hier en daar nog wat meer uitgesleten en weggespoeld. We komen langs een mooie troep red-backed squirrel monkey, heel tof om die zeldzame beesten hier zo onverwacht te zien. Ook central-american spider monkey laat zich mooi zien. Wat verder ligt een dode kaaiman op de weg met enkele zwarte gieren er bij die hem al ontdekt hebben. In de meer open stukken zien we troepjes black-bellied whistling-duck, fregatvogels (we blijven dicht langs de ocean rijden), little blue herron, great egret, cattle egret, white ibis, black vulture, turkey vulture, onduidelijke juveniele hawks (waar ik ondanks goeie foto’s geen naam op kan plakken), ruddy ground dove, smooth-billed ani en mangrove swallow.
Ook in Puerto Jiminez schijnt de zon en is het lekker warm (35°). We tanken er, doen inkopen in het warenhuis (inclusief een lekker vers ijsje) en bij de apotheek (extra oordruppels). Dan gaat het richting Dominical met onderweg nog neusbeer, roseate spoonbill, white ibis, thick billed euphonia, southern rough-winged swallow, mangrove swallow en twee keer chestnut-mandibled toecan.
Vanaf Dominical gaat het de bergen in, een gestage klim van zeeniveau tot boven de 3000 meter. Het rijdt er vol zware vrachtwagens die langzaam de berg op kruipen, de continue bochten maken het nagenoeg onmogelijk om in te halen zonder je leven te riskeren. Dus is’t op ’t gemakske. In een boom zitten fiery-billed araçari, maar jammer genoeg vliegen ze op als we stoppen. Ondertussen zijn we zodanig hoog geklommen dat er door het drukverschil een zak chips ontploft in de koffer, de andere zakken staan vervaarlijk bol. Kobe hoopt dat de Cheeto’s er ook aan gaan, maar hij heeft pech: de zak houdt stand. We zitten midden in het Talamanca gebergte.
In de buurt van de Cerro de la muerte hebben we ons hoogste punt bereikt, zo’n 3000 meter boven de zeespiegel. De helft van de vogelsoorten die je hier kan zien zijn endemisch voor deze regio. Een paar kilometer verder moeten we linksaf de afslag naar San Gerardo de Dota nemen, dit dorpje ligt op 10 km van de hoofdweg op zo’n 2200 meter hoogte. We krijgen met andere woorden een heftig afdalingkje over onverharde haarspeldbochten voor de kiezen. Tijdens de afdaling zien we meerdere sooty robin, alvast één van de endemische soorten getikt!
We komen aan bij het Savegre hotel om 17uur. Het is er 9°C (we komen van 35°), ’t is even wennen. Rond het centraal gebouw van de lodge zitten heel veel kolibri’s en andere vogeltjes, maar het wordt jammer genoeg snel donker. Toch zien we nog behoorlijk wat (en wat een heerlijke namen hebben die kolibri’s): volcano hummingbird (mannetje talamanca ras), green violet-ear, stripe-tailed hummingbird, purple-throated mountain-gem vrouwtje , green-crowned brilliant, magnificent hummingbird, white-throated mountain-gem, slaty flowerpiercer,silver throated tanger, flame-colored tanager, rufous collared sparrow.
We schuiven aan voor het voortreffelijk en uitgebreid dinerbuffet en dan naar bed. Na de nachten met het geraas van de beukende golven is de absolute stilte die hier heerst een groot contrast. Nog een lekker warme douche (in La Leona was er enkel koud water), een strip lezen of kolibrifoto’s determineren (hé, er is elektriciteit op de kamer!) en dan een zalige nachtrust. Ook deze laatste locatie is met andere woorden een voltreffer.
Woensdag 06 augustus: San Gerardo de Dota – Alajuela/San José
reisafstand: 85km, normaal zo’n 2 uur rijden
Gezien de vele vogeltjes de avond voorheen, en het feit dat we ten laatste tegen de middag alweer weg moeten sta ik om 5u30 op voor een ochtendwandelingetje tot rond 7 uur. Ik had me hier gerust een dagje langer kunnen bezighouden… In een straal van een paar honderd meter rond onze lodge zie ik ruddy-capped nightingale-thrush, green violet-ear, magnificent hummingbird, silver throated tanger, flame-colored tanager, blue-gray tanager, slaty flowerpiercer, rufous-collared sparrow, gray-breasted wood-wren, collared redstart, acorn woodpecker en sooty-capped bush-tanager.
Na het ontbijt (zalig buffet) beginnen we aan een wandelingetje, maar Lander zijn oor speelt weer op door het klimmen. Hij keert met Isa terug, Kobe Emma en ikzelf maken nog een kleine lusvormige wandeling rond (el canto de las aves) en dalen dan ook terug af. Lander en Emma lezen wat op de kamer, Kobe gaat op privé-excursie en Isa en ikzelf wandelen langs de ‘hoofdweg’ van San Gerardo de Dota verder stroomafwaarts langs het bergriviertje. Aan de forelvijvers langs de weg zitten behoorlijk wat zwarte gieren. Stilaan wordt het tijd om terug te keren naar de lodge. Daar komt een hele troep sulphur-winged parakeet langs. Behalve de kolibries zit er ook een slaty flowerpiercer aan de bloemen. Een acorn woodpecker laat zich ook heel mooi zien. En nét voor we instappen voor onze laatste trip krijgen we als afscheid nog een emerald Toucanet te zien in de boompjes rond onze bungalow. Kobe, die al van bij de start van de reis op deze soort aasde, is dolgelukkig.
We hebben nog een rit van enkele uren voor de boeg, in het begin nog doorheen het mooie landschap van het Talamanca gebergte, maar de tweede helft vooral doorheen industriegebied en de voorsteden van San José. Maar zelfs daar zien we nog een zwaluwstaartwouw. We rijden doorheen allerlei achterafwegjes, kleine straatjes en minder gezellige achterbuurten omdat onze GPS blijkbaar niet helemaal goed ingesteld staat (op kortste weg i.p.v. snelste weg wellicht). Zo gaan we ook dwars doorheen het drukke centrum van San José. Daardoor doen we er uiteindelijk een uur langer over dan voorzien. We stoppen nog even voor wat proviand voor op het vliegtuig, want straks gaat de huurauto terug. Terwijl Isa en de kinderen de winkel in gaan, blijf ik op de auto passen. Een man die iets wat op loterijbriefjes lijkt komt verkopen wordt met een vriendelijk ‘no gracias’ bedankt. Het blijkt evenwel een soort parkeerwachter te betreffen en de loterijbriefjes zijn de betaalbewijsjes. Oepsie! Zijn geüniformeerde collega die eveneens opduikt spreekt gelukkig wat Engels, ik maak ‘m duidelijk dat vrouwlief met de centen in de winkel te vinden is en dat het maar een paar minuten zal duren. Dat blijkt te veel gedoe: zolang we maar voortmaken en snel weer vertrekken is het al lang goed en hoeven we niet te betalen. Pura Vida.
In het Buena vista hotel aangekomen hebben we nog een paar uur voor het donker wordt. De kinderen en Isa profiteren er van om nog in het zwembad te springen, zelf installeer ik mij met een pintje op het terras om nog wat vogels te kijken. Zelfs hier, aan de rand van de stad is er in het kleine tuintje heel wat te zien: hoffmann’s woodpecker, clay collored robin, blue-gray tanager, rufous-naped wren, great kiskadee, blue-and-white swallow, slechtvalk, zwarte gier, red billed pigeon en tropical kingbird. Om 18 uur wordt onze auto opgehaald, de controle is een beetje pro forma en op drie minuten is het hele zaakje afgehandeld. In de eetzaal van het hotel zien we bij het diner het Nederlandse gezin terug waar we eerder mee in La Fortuna logeerden, en ook het Zwitserse koppel van in La Leona is hier beland.
Donderdag 07 en Vrijdag 08 augustus: San José – Brussel
We worden pas rond 9u30 opgehaald aan ons hotel voor de vlucht huiswaarts om 13uur. Er resten dus nog een paar uurtjes om naar de vogeltjes te kijken en in het zwembad te plonzen. Geen nieuwe soorten meer vandaag, maar wel nog rufous tailed hummingbird, white winged dove, clay-coloured robin, zwarte gier en inca dove. Het busje naar de luchthaven is netjes op tijd, het inchecken verloopt ietwat moeizaam en de security-checks vragen weer de nodige tijd, maar gelukkig zijn we mooi op tijd dus hebben we geen haast. De laatste colones worden opgemaakt in de luchthavenwinkeltjes, en na nóg een extra veiligheidscontrole bij het boarden zitten we op ons vliegtuig richting Atlanta. In Atlanta is het veel rustiger dan bij de heenreis. Amper wachtrijen, een ontspannen en vriendelijke douanebeambte, en dit keer geen verboden appels in de rugzak. Tegen dat we bij onze gate zijn hoeven we amper nog tien minuten te wachten vooraleer we kunnen boarden. We vliegen overnacht naar Parijs in een gigantische boeing 747. Kobe heeft geluk want heeft geen buren en kan over drie zetels beschikken zodat hij wat kan liggen om te slapen. In Parijs hebben we ook alle tijd voor onze aansluiting met de TGV die ons tot in Brussel brengt. Van daar nog een vlotte aansluiting op de stoptrein naar Herzele, en vijf minuten later zijn we weer thuis na een goed gevulde en memorabele reis.
Tot slot
Dit was een familiereis waarbij onze gedeelde interesse in natuur en dieren ruim aan bod kwam, maar waar vanzelfsprekend ook tijd gemaakt werd voor andere zaken. Wie fulltime gericht vogels gaat kijken op de plaatsen waar wij geweest zijn zal ongetwijfeld nog veel meer zien, en wie elk grijs / bruin vogeltje bekijkt zal nog veel meer soorten ontdekken (want er zijn gruwelijk veel vliegenvangers, boomkruipers en ander klein grut). Maar dat was onze bedoeling niet, want eerder dan veel soorten scoren lag de prioriteit bij het maken van een mooie foto. Maar ook hier: een half uur uittrekken om een kikkertje te fotograferen of een voormiddag in een schuilhut post vatten past niet in het concept ‘familiereis’, al ben ik dankbaar voor het geduld dat iedereen opgebracht heeft als ik weer eens wat achterop bleef. Uiteindelijk bleek Costa Rica voor ons gezin een gedroomde vakantiebestemming, met voor elk wat wils, lekker eten en – we hadden geluk- heel goed weer. Ook het concept waarmee Travelnauts werkt (een volledig naar wens uitgewerkte reis die je op eigen houtje beleeft) was voor ons perfect.